27 augustus verschijnt Schilderslief, de nieuwste historische roman van Simone van der Vlugt. Na haar non-fictiedebuut met Wij zijn de Bickers! vertelt Simone het verhaal van Geertje Dircx, de minnares van Rembrandt van Rijn. De vrouw die meestal verzwegen wordt en over wie verhalen de ronde doen die haar in een kwaad daglicht stellen. Simone van der Vlugt rehabiliteert Geertje Dircx en laat een andere – minder aantrekkelijke – kant van de meesterschilder zien. Brigitte Leferink sprak met Simone van der Vlugt in Cultuurhuys de Kroon in Waddinxveen, ter gelegenheid van een bijeenkomst die Boekhandel Burger en Bibliotheek de Groene Venen hadden georganiseerd.
Simone stuitte al eerder op Geertje Dircx
Het idee voor een boek over Geertje Dircx bestond al langer. Simone van der Vlugt: “Ik was Geertje al enkele malen tegengekomen bij onderzoek voor andere boeken. In Nachtblauw bijvoorbeeld, de roman over de ontstaansgeschiedenis van Delfts blauw, doet Geertje de deur open, als Rembrandt bezoek krijgt. Eigenlijk wilde ik volgend jaar een roman over haar schrijven, maar toen ik me realiseerde dat 2019 het Rembrandtjaar is, leek het me commercieel beter nu het verhaal van Geertje te vertellen.”
Honden zogen
De research voor haar boeken brengt Simone op allerlei plekken. Voor Wij zijn de Bickers! dwaalt ze uren door Amsterdam en krijgt een rondleiding door Tassenmuseum Hendrikje, waar Jacoba Bicker in de zeventiende eeuw woonde. Ze bezoekt het Johan de Witt-huis in Den Haag en doet onderzoek in het Haags Gemeentearchief. Ze stuit daarbij op bijzondere details.
Tijdens een interview leest Simone voor hoe Johanna, de zus van raadspensionaris Johan de Wit voor diens net bevallen vrouw Wendela Bicker op zoek gaat naar een min om de baby te voeden: “Johanna schrijft in een brief aan Johan dat ze een jonge bakkersdochter had ontmoet die zes weken eerder een kind had gekregen dat was gestorven. Volgens Johanna was het ‘een fraeje blake vrou’met ‘schoone borsten ende bequaeme tepels’. Ze vroeg zich wel af of het meisje nog genoeg melk had, maar de jonge vrouw en haar moeder hadden haar verzekerd dat ze ‘heel overvloedich te suygen hadde’ omdat ze na de dood van haar kind twee of drie jonge honden zoogde”.
Boek van vier blaadjes
Als kind schrijft Simone van der Vlugt al verhalen. Ze niet vier blaadjes aan elkaar, tekent een omslag, zet de prijs erop en het eerste boek is geboren. Helaas zullen we het nooit zien. “Ik heb alles bewaard maar tegen mijn kinderen gezegd dat ik ze onterf als ze het ooit tentoonstellen. Het is van mij. Te persoonlijk. Niet voor andere ogen bestemd”. Haar lezerspubliek moet het doen met lezingen, interviews en natuurlijk haar boeken.
Gesloten boek
De schrijverscarrière van Simone van der Vlugt begint met jeugdromans. Het is een hoofdstuk dat ze inmiddels heeft afgesloten. “Op een gegeven moment voelde ik me te beperkt om vanuit mezelf te schrijven in jeugdromans. Ik probeerde het nog met young adult romans, waardoor de leeftijd iets naar boven werd opgerekt, maar ik merkte dat ik andere verhalen, andere belevenissen wilde vertellen”. Volgens haar uitgever zouden dat thrillers moeten worden. Simone had zelf een idee voor een historische roman “maar daar was op dat moment geen behoefte aan, er was geen markt voor, kreeg ik te horen. Ik was er zelf van overtuigd dat die markt er wel was, maar het duurde nog een aantal jaren voor de uitgeverswereld ook zover was”.
Angst voor water
Bij het schrijven put Simone uit haar eigen ervaringen. Zoals in De Reünie, haar – inmiddels verfilmde – thrillerdebuut. De hoofdpersoon, Sabine, volgde een lerarenopleiding Nederlands en Frans en werkt als secretaresse op een bank, net als Simone deed. “In de hoofdpersoon zit iets van mijzelf, maar ik ben het niet. Zo heeft Sabine een oudere broer, ik een jongere. Haar ouders wonen in Spanje, die van mij gewoon in Nederland. Ik kon de ouders echter niet gebruiken in het verhaal, daarom koos ik ervoor ze ver weg te laten wonen”. In Blauw water, een andere thriller van haar hand, verwerkte Simone haar angst om in het water te belanden. “Ik vind het doodeng om op een smalle weg langs water te rijden. Dat gegeven heb ik gebruikt”.
Eerste non-fictie
Auteur Herman Brusselmans zei eens “Ik heb tot nog toe achttien keer een boek geschreven maar ik heb veel vaker geen boek geschreven”. Voor Simone gaat dat niet op. “Al mijn ideeën komen uiteindelijk in een boek terecht. Soms duurt het jaren, maar ik bewaar alles. Ik noteer scenes in mijn telefoon, spreek dialogen in, werk dingen uit. Als ik er dan aan toe ben om het boek te schrijven, pak ik de aantekeningen er bij”. Ze weet van tevoren welk genre het gaat worden. “Wij zijn de Bickers! moest non-fictie worden. Een periode van twee eeuwen is te groot om een historische roman over te schrijven, zeker omdat over een heleboel personen niet veel bekend is. Een sprong in de tijd van bijvoorbeeld vijftig jaar, is niet uit te leggen in een roman. Bij non-fictie gaat dat beter”.
Nieuwsgierig naar Simone van der Vlugt
Inmiddels zijn er meer dan vier miljoen exemplaren van haar boeken over de toonbank gegaan. Wereldwijd. Haar romans en thrillers zijn in veel talen vertaald, niet alleen in het Duits, Frans en Engels, ook in het Chinees en IJslands. De verkopen in het buitenland brengen haar naar alle windstreken voor boekpresentaties en promotie. Je kunt Simone volgen via sociale media. Een mooie manier om op de hoogte te blijven van haar bezigheden, projecten en plannen. Zo plaatste ze op Instagram een foto van haarzelf in een negentiende eeuws kostuum. Van de raadselachtige tekst erbij worden we niet veel wijzer. Het maakt extra nieuwsgierig naar het volgende boek.
Meer van Brigitte Leferink
Brigitte Leferink interviewde eerder Peter van den Berg over het boek dat hij schreef over zijn ervaringen als Parkinsonpatiënt. Daarnaast schreef ze zelf ook een boek over haar echtscheiding: Mevrouw de Wit of hoe zal ik me noemen na de scheiding.
Recente reacties