“Vandaag heb ik weer tennisles gehad. Een nieuw hoogtepunt in mijn herstel”. Het is goed nieuws via de app van ons tennismaatje. Drie maanden geleden gaven we op die warme dinsdagochtend in augustus geen stuiver meer voor zijn leven nadat hij een hartaanval kreeg op de tennisbaan. Dankzij de eerste hulp van omstanders én de aanwezigheid van een AED (Automatische Externe Defibrillator) op het sportpark staat hij nu weer met een racket in zijn handen. En zijn wij omstanders ervan overtuigd dat inderdaad elke minuut telt als iemands hart faalt.
Niet meer aanspreekbaar
Het was die ochtend warm en benauwd. Niet zo gek dat de beginnende speler (65), die al een uur intensief had getennist, ‘even’ niet lekker werd en met een handdoek over zijn hoofd op een bankje ging zitten. Alleen bleek hij al snel daarna niet meer aanspreekbaar, hoezeer zijn mede-tennissers probeerden hem bij kennis te krijgen. De een belde 112 maar zouden de hulpverleners wel op tijd komen? Gelukkig schoot een gepensioneerd verpleegkundige meteen toe. Wat kon ik betekenen? Op goed geluk rende ik naar het clubgebouw. Daar bleek én een AED én een EHBO’er aanwezig.
Hoeveel minuten waren voorbij gevlogen
Inmiddels arriveerde de eerste politieauto, daarna de ambulance, en nog een politieauto, en nog een ambulance en ook nog een brandweerauto. En daarna nog een politieauto. Op dat moment wisten we dat er in ieder geval alles aan werd gedaan maar toch werd er bezorgd het hoofd geschud toen ons tennismaatje op de brancard de ambulance werd in geschoven. Want hoeveel minuten waren er wel niet voorbij gevlogen? Zou de hulp wel op tijd en voldoende zijn geweest? De nodige kopjes koffie werden genuttigd, terwijl de achterblijvers van de ergste schrik probeerden bij te komen.
230.000 hulpverleners
‘Neem maar mee’, echoden de woorden die als eerste tegen me werden gezegd toen ik naar een AED vroeg nog na. Want ik zou niet weten hoe je zo’n AED moest gebruiken en ik ben ook niet een van de burgerhulpverleners die Nederland telt. Navraag wijst uit dat er inmiddels 230.000 mensen zijn die zich na een reanimatietraining wel zo mogen noemen en zich hebben aangemeld bij HartslagNu. “Maar het blijft voortdurend nodig voor een duurzaam dekkend netwerk om aandacht te vragen voor hulpverleners én voor de aanwezigheid van genoeg AED’s. Want daar richt de Hartstichting zich nu op, “ vertelt persvoorlichter Brenda Hesselink.
Maar geen AED in onze buurt….
Oepsj, dat is even schrikken. In onze wijk is er volgens de Hartstichting geen AED binnen de 500 meter aanwezig, de afstand die als maatstaf wordt aangehouden. En dat in een buurt, waar veel inwoners inmiddels rond of boven de zestig zijn….Jaarlijks krijgen zo’n 17.000 mensen buiten het ziekenhuis een hartaanval. Dankzij de verbeterde zorg is hun overlevingskans sinds de jaren negentig verbeterd van 9 naar 25 procent. Maar dat kan en moet natuurlijk beter.
Onlangs namen ProRail en de NS al het goede initiatief om te zorgen dat er op alle stations AED’s komen te hangen. Brenda Hesselink: “Maar we hebben er nóg zo’n 1600 nodig.” Reden genoeg om erover na te denken om actie te voeren voor een AED in de eigen buurt, als die niet aanwezig is.
Burgerhulpverlener weet AED te vinden
AED’s zijn kostbare apparaten en daarom heeft het dievengilde ook allang zijn oog erop laten vallen. Het Rode Kruis biedt om die reden niet langer de mogelijkheid op de website de dichtstbijzijnde AED te vinden. Dat hoeft ook niet, legt Brenda Hesselink uit. “Als je 112 belt met de melding van een hartstilstand, wordt automatisch via HartslagNu een oproep gedaan aan in de buurt zijnde burgerhulpverleners. Die weten waar de AEDs te vinden zijn en zijn getraind om met de apparaten om te gaan. Ze kunnen ook eventueel met een code beveiligde kastjes met een AED openen.”
Verschil tussen leven en dood is klein
‘Engelen’ noemt ons tennismaatje de mensen die hem weer op de been hebben geholpen. Dat hij er in ieder geval een op zijn schouder heeft gehad, vinden we inmiddels allemaal. Het verschil tussen dood of leven, blijkt soms maar heel klein te zijn. ’s Middags kregen we zo al het bericht dat de gepensioneerde tennisser al was geopereerd en op de afdeling hartbewaking lag. Vlak tdaarna stuurde hij tot ieders verrassing zélf een app.
Tennis en meer
Stella Ruisch heeft haar hart verloren aan de tennissport. Daarover schreef ze de bekentenis ‘Ja, ik leef, want ik tennis’. Niets ergers dus voor haar om een blessure op te lopen. Maar gelukkig is haar gezondheid verder goed, al gaat het bewegen stroever en langzamer.
Openingsfoto: Rode Kruis Missouri/Flickr.com
Recente reacties