Ik ben gevallen voor een baksteen. Nee, geen taalfout, ik zeg het goed. Hij lag achteloos weggegooid bij een verbouwing van een pand in de Amsterdamse binnenstad. Ik zag dat hij niet was als de andere stenen. Hij was namelijk misvormd. Misschien had iemand de steenbakker eeuwen geleden geroepen om een pot bier te drinken en had hij zijn werk te gehaast afgemaakt. Vandaar die uitstulping, dacht ik en meteen was ik verliefd op dit stukje mensenwerk.

Honderd jaar Amsterdamse School

De voorkeur voor baksteen deel ik met het architectencollectief dat 100 jaar geleden bekend werd als de Amsterdamse School. Onwetend van de naderende vloedgolf aan aandacht voor deze stroming in de bouwkunst liep ik afgelopen winter met mijn nicht uit Mallorca het stadscentrum uit. Om haar eens wat anders te laten zien dan de grachten. Zo dwaalden we van de nieuwbouw in de Amsterdamse Houthavens naar de Zaanstraat en de Hembrugstraat, waar ik haar de bekende gevel van ‘t Schip liet zien. Al pratende kwamen we voor de deur van het museum terecht. Het was iets voor vijven en bijna sluitingstijd maar we waagden het erop.

Rondleiding

“Eigenlijk kan het niet meer, maar vooruit,” zei het meisje achter de kassa die ons daarna op een minirondleiding tracteerde en me bestraffend toesprak toen ik Berlage in een adem noemde met de Amsterdamse School. De architect van ‘t Schip, Michiel de Klerk, zou zich in zijn graf hebben omgedraaid. Want waar Berlage zakelijkheid voorop stelde, wilde Michiel het arbeidersvolk verheffen door ze schoonheid te bieden, doceerde ze.
Huizen moesten volgense de Amsterdamse School mooi zijn aan de buitenkant én de binnenkant. In het postkantoor aan het Spaarndammerplantsoen, dat tot 1999 nog als zodanig heeft gefunctioneerd, is dat goed te zien. Leuke grapjes als een houten deur met een vuist met knuppel voor een verboden toegang, geglazuurde tegeltjes met luistervinkjes bij de telefooncel.

Stedelijk

Mijn nicht is allang weer terug naar Mallorca. Anders had ik haar ook meegenomen naar de tentoonstelling in het Stedelijk Museum die sinds dit weekeinde het eeuwfeest van de Amsterdamse School opsiert.
De architecten van de stroming hielden ook niet op bij deurposten en tegelwerk. Behang, meubels tot en met de klokken moesten ín stijl zijn, kun je in het Stedelijk zien. “Ik zou er zo één mee willen nemen”, zeg ik tegen mijn dochter, bevangen door de romantiek. Voor naast die baksteen in de vensterbank, denk ik erbij.  Zij is al een zaal verder gelopen naar het volledig Amsterdamse School-interieur van de prachtige villa ‘t Reigersnest.  Hoe mooi mijn dochter ook alles vindt, ze blijft wel nuchter. “Moet je nu eens kijken,“  zegt ze wijzend op het tweepersoonsbed. “Dat zijn twee aparte ledikanten naast elkaar, dan moet je eerst over zo’n houten rand heen om bij elkaar te liggen. Wát ongezellig, mam!”

De bekendste voorbeelden van de Amsterdamse School zijn natuurlijk de gebouwen het Schip en het Scheepvaarthuis maar ook het Berlage Lyceum en gebouw De Dageraad zijn prachtige staaltjes van de idealistische bouwstijl van na de Eerste Wereldoorlog. Let in Zuid ook op de bruggen die prachtig versierd zijn met ijzeren ornamenten. U kunt de Amsterdamse School onder leiding van een gids ontdekken. Meer info: zie de website van Museum ’t Schip.

Fotoreportage: Kees Rooze