Kamperen, voor de een bestaat er niets beters, de ander vindt het helemaal niets. Het schrikbeeld is met je toiletrol onder je arm over de camping lopen. Dat veel Nederlanders dat voor lief nemen blijkt uit de noodzaak om ook op de camping te reserveren in het hoogseizoen. Alhoewel er tegenwoordig natuurlijk ook het luxe kamperen bestaat, glamping. Daarvoor hoef je alleen maar je rolkoffertje mee te nemen. Maar de échte kampeerder vind je op het onbekende platteland op een kleine camping. Dit jaar ervoer ik in Frankrijk weer waarom ik dat nou juist zo leuk vind. Voornaamste reden: buiten! Van opstaan tot naar bed gaan. Frisse ochtendlucht tot prachtige sterrenhemel. Buiten koken en eten. In een stoel onder een boom lezen. En dat alles met uitzicht op een prachtig landschap.

Toiletrol onder arm is passé

Ook op de kleine campings is inmiddels meer comfort. De gammele wc en de douche op muntjes heeft plaats gemaakt voor een wasruimte met modern gemak. Er zijn plaatsen met heet water om af te wassen, wasmachines en douchen zónder muntjes. Zelfs toiletpapier op de wc’s. Hoef je niet meer met die symbolische rol te lopen. En de hygiène is meestal prima. Toch had ik dit jaar toch nog mijn twijfels. Als oudere dame moet ik ’s nachts namelijk naar de wc. Om me dan om twee of drie uur s nachts aan te kleden en 100 meter te lopen naar het goed geoutilleerde toiletgebouwtje is nog steeds geen feest.

Schaamtevolle tocht voor een ‘meisje’ van zestig

kamperenGeraadpleegde vriendinnen wijzen op de mogelijkheid van de po oftewel toiletemmer. Dus loop ik deze vakantie elke ochtend over de camping, krampachtig glimlachend ‘bon matin’ wensend met mijn nachtelijk toiletemmertje in de hand. Voor een net opgevoed ‘meisje’ van intussen ruim zestig een schaamtevolle tocht. Vergeleken daarmee was met een toiletrol lopen een eitje. En ik heb ook niet eens het kamperen meegekregen zoals kinderen van socialistische ouders. Die kennen inmiddels ook op leeftijd nog steeds de kampvuurliedjes uit de jaren vijftig uit hun hoofd. Dichter bij de natuur dan in een tot vakantiehuis omgetoverd kippenhok bij de boer ben ik tijdens de vakanties in mijn jeugd niet gekomen.

Kamperen kwam met de liefde

Het kamperen kwam pas in mijn leven tegelijkertijd met mijn geliefde echtgenoot. Die heeft de liefde voor de overnachting in de natuur meegekregen door de padvinderij. Dus gingen wij vanaf ons achttiende jaar kamperen met tent en tweedehands autootje. Zodoende hebben onze kinderen het kamperen wél meegekregen. Inmiddels zijn we toe aan onze vierde tent. We hebben er twee. Een gigantische van de familievakanties en een klein koepeltentje om mee te trekken. We bivakkeren nu in een iets gerieflijker, geleende tussenmaat van dochterlief.

Krekels, kletsende buren en een buurhond

We slapen op een tweepersoonsluchtbed. Als mijn geliefde zich omdraait, schudt hij me onwillekeurig maar letterlijk wakker. En dan hebben we het niet over tot diep in de nacht kletsende buren en de buurhond die na elke knal op de weg, even hard blaft. En wat te denken van het oorverdovende krekelconcert dat elke morgen als wekker fungeert om krek zeven uur. Je zou zweren dat die beesten klok kunnen kijken!

We bivakkeren in het Franse Bakkum

De dagelijkse tocht met de emmer zit er weer op. Van opluchting pak ik twee euro, groet alle buren uitbundig en keer terug met evenveel baguettes. De campingburen zijn allen gepensioneerde zestigers in caravans met bungalowtent ervoor en daarvoor weer een gigantische partytent, waaronder een tafel en minstens tien stoelen. Ze verblijven hier van mei tot oktober. En in het weekeinde komen kinderen en kleinkinderen eten. La famille à la campagne. Veel van hen wonen in Marseille op ca vijftig kilometer afstand. Onze camping blijkt het Bakkum van Marseille.

Smaragdgroene zee om de hoek

kamperenNa ontbijt en koffie lopen we met tas met opgerolde matjes en handdoeken; ik met zonnehoed op het hoofd, badpak met omgeknoopte doek als jurk, in 5 minuten naar het strand. Onderweg lopen we langs palmen, oleanders en nog meer prachtig bloeiende struiken. Om de hoek bij het pleintje strekt de zee zich smaragdgroen uit tussen de beboste hellingen en aan de voet een zandstrandje met gekleurde parasols.

Eten met magnifieke zonsondergang

Dobberen in dat heldere doorzichtige water. Opdrogen en lezen onder de parasol. Siësta met dutje bij de tent. ‘s avonds om vijf uur nog een stranduurtje. Daarna koken. Met kruiden en pijnboompitten en wat basilicum van het plantje dat ik hier houd op het campingtafeltje weet ik met tomaten, paprika en courgette verrassende maaltijden te maken. We eten voor de tent, genietend van magnifieke zonsondergangen.kamperen

Tevreden met weer een dag in het paradijs

’s Avonds slenteren we langs de zee. In de schemering zien we de sterren en de maan al aan de mediterrane hemel verschijnen. In het naburig dorpje eten we een ijsje en luisteren we naar een livebandje. Tevreden met weer een dag in het paradijs, slapen we deinend op het luchtbed in. Zelfs ‘s nachts een zeegevoel. Kamperen een hel? Nee, het is vooral de hemel met soms wat helse momenten.