Boek valt bijna uit elkaar

Sprookjes van Moeder de Gans heet het boek dat nu nog steeds in mijn boekenkast staat. Ik kan niet zien uit welk jaar het is, maar ik heb het ergens in de jaren zestig gekregen. Het boek valt bijna uit elkaar, veel bladzijden zitten los en omdat paginanummering ontbrak, heeft iemand die er zelf bij gezet. Ik weet niet meer of ik dat gedaan heb of één van mijn kinderen. Er staan acht bekende sprookjes in, opnieuw verteld door Lien de Reuver met illustraties van Truus Vinger.

Omslag van Brigitte’s sprookjesboek.
Eigen foto.

Oorsprong van het sprookje

De sprookjes uit het boek hebben een verschillende oorsprong. De Gelaarsde Kat en Assepoester, bijvoorbeeld, zijn voor het eerst opgetekend door Giambattista Basiles. Klein Duimpje is voor het eerst op papier gezet door Charles Perrault. Hij noemde zijn boek overigens Sprookjes van Moeder de Gans. Dat we nog steeds weten wie Hans en Grietje, Roodkapje en Sneeuwwitje zijn, hebben we te danken aan sprookjesverzamelaars gebroeders Grimm.

K3

Mijn dochter Eline heeft niet veel met sprookjes. “Ik heb er weinig herinneringen aan.” Even later: “Ik moet wel gelijk denken aan de eerste groep K3. Ik zag ze in het theater. Dat weet je toch nog wel, mam. Je was daarbij. Ze speelden Doornroosje, De Drie Biggetjes en Toveren.” Er begint me iets te dagen. Ze zijn inderdaad naar het theater geweest om de razend populaire meidengroep te zien. Maar ik associeer K3 niet meteen met sprookjes. Dan begint Eline spontaan te zingen: “Hocus Pocus, iedereen kan toveren. Hocus Pocus, iedereen kan toveren. Nee je hoeft geen tovenaar of fee te zijn, of een leerling van Merlijn”. Dit liedje komt uit de musical Doornroosje, waarin de meiden van K3 de rollen van de goede feeën vertolkten. Dat was in het jaar 2000. Ze zoekt YouTube-filmpjes van de shows van K3 en begint mee te neuriën en te zingen. De vraag wat haar favoriete sprookje is, maakt zo meer los dan ze in eerste instantie dacht.

K3 zingt het liedje ‘Iedereen kan toveren’ uit de musical ‘Doornroosje’.

Sprookjes hebben een boodschap

Op de vraag wat zijn favoriete sprookjes zijn, noemt Marnix er direct drie: Het lelijke jonge eendje, De nieuwe kleren van de keizer en De kleine zeemeermin. Allemaal van Hans Christian Andersen. “Veel sprookjes hebben een achterhaalde of zelfs moreel verwerpelijke boodschap”,  vindt Marnix. “Maar ‘Het lelijke jonge eendje’, mijn nummer één, is universeel nuttig. Je kunt het bekijken vanuit het perspectief dat afwijzing fout is, of vanuit het perspectief dat iedereen mooi/waardevol is. En misschien voor Andersen ook belangrijk: het is een verhaal dat iemand juist op zijn mooist is, als die persoon zichzelf is. Het lelijke eendje lijkt niet in de eenden-samenleving te passen. Maar wanneer hij uitgroeit tot een prachtige zwaan, dan komt hij juist tot zijn recht. Ook tussen de eenden.”

Geaccepteerd als homoseksueel

Marnix denkt dat dit verhaal niet te lezen is zonder de homoseksualiteit van Andersen erin terug te zien. “Dat werd niet geaccepteerd in de tijd dat hij leefde. Zoals het lelijke jonge eendje niet geaccepteerd werd. Als zwaan kon hij zich wel uiten. Ik zie het sprookje als een fantasie van Andersen over hoe zijn leven zou kunnen zijn geweest als hij geaccepteerd werd als zichzelf, net als de zwaan.”

Mijn kinderen Marnix, Eline en ik denken bij de Dag van het Sprookje alledrie aan verschillende dingen. Welke herinneringen of gedachten heb jij bij sprookjes? Laat het ons weten. Dat kan onder het artikel maar ook uitgebreider door te schrijven aan info@meerdanvijftig.nl

Meer lezen

Brigitte Leferink schreef vaker over themadagen. Zoals de onlangs weer gehouden Wereldkusdag. Of de eind augustus Go Topless-dag. Maar ook over schrijnender onderwerpen als De dag van de vrouwelijke hygiëne. Zelf riep ze ook een Dag uit: De Dag van de chronisch zieken.

Openingsfoto: Pixabay.