Ze oogt frêle, de kleine Aziatische verpleegkundige die een infuus aanlegt. Achter haar bril kijken de ogen vriendelijk, terwijl haar handen trefzeker te werk gaan. Even later staat ze gezellig te praten met een collega, die voor het eerst een lange afstand gaat wandelen. En ze vertelt over haar eigen ervaringen.

Lachen voor een kind op blote voeten

Ik zie het Javaanse kind in haar, dat samen met een groepje kinderen achter het kluitje toeristen aanrent. Iwand, de lokale gids, heeft ze meegenomen naar zijn dorpje en nu ploegen de buitenlanders op hun slippers door de rode klei, waaruit de frisgroene spruiten opschieten.
Da’s lachen voor het  kind op blote voeten, als de oudere blonde vrouw in het groepje van het dijkje tussen de rijstvelden glijdt en half in het water van het slootje terechtkomt. Bruin van de blubber ploetert de vrouw weer terug op het dijkje. Met haar broertje rent ze door de sawah’s terug naar het dorp om de andere kinderen te vertellen van het tafereel. Wat een spannende dag met die buitenlanders op bezoek in het gehucht van lemen hutjes met golfplaten daken, waar de enige opwinding wordt bepaald door het naderende suikerfeest.

Weemoed

In Amsterdam denkt ze nog wel eens met weemoed terug aan het dorp waar ‘s nachts alleen het geluid van de brulkikkers en tropische vogels is te horen. In de grote stad komen tot diep in de nacht nog auto’s door de straat en soms klinkt de sirene van een politiewagen, brandweerauto of ambulance. Haar leven is hier verankerd met man en volwassen kinderen. Java heeft ze alleen nog tijdens een vakantie gezien, en toen haar oude moeder en vader ziek werden en overleden.

Het groen uit haar jeugd

Ze neemt het leven zoals het komt, gelijkmoedig. Maar soms verlangt ze naar het leven buiten, naar het groen uit haar jeugd. En zo is het gekomen dat ze is gaan wandelen. Eerst om tussen planten en bomen te zijn, ook al zijn die in Nederland anders dan in Indonesië. Maar uiteindelijk om de beweging. En daarom steeds verder. Hele dagen lang uiteindelijk. En het wandelen wordt ook steeds serieuzer voorbereid.

Alsof ze in een rijstveld wandelt

Deze week logeert ze voor het zoveelste jaar in Elst in een pensionnetje. Met de trein zijn ze zó bij het begin van de langste wandeling van het jaar. Spannend om zo vroeg al op pad te gaan. Ze verheugt zich, ook op het weerzien met de andere wandelaars. Net alsof ze weer door de rijstvelden loopt met een groepje kinderen. Ook al is het geen rijst maar manshoge mais. Met een beetje verbeelding lijkt het frisgroen er wel op en de lengte maakt haar weer tot kind. Misschien staat de zon wel hoog aan de strakblauwe hemel, zodat de temperatuur tropisch wordt. Dat zou nóg mooier zijn. Vandaag start ze als een van de 46.000 deelnemers voor de eerste dag van de Nijmeegse Vierdaagse.