Lieve Sarah,

Er is weer een nieuw jaar aangebroken: 2025. Ja, ik weet het, in de oud-testamentische en joodse  jaartelling is de aarde al veel verder: 5785. Maar mijn man en ik haalde op 31 december herinneringen op aan de millenniumwisseling, 25 jaar geleden. 2000 vonden we al heel wat. De overheid maakte zich zelfs zorgen dat alle systemen met de eeuwwisseling op tilt zouden slaan. Als twintiger rekende ik jaren van te voren uit dat ik dan 42 (!) jaar oud zou zijn. Wat een leeftijd. Daar moet ik nu en jij zeker hard om lachen.

Op naar de 100

Ik zal niet de enige oudere zijn die dezer dagen heen- en terugblikt op zijn leven. Hoe oud zouden we worden? Ik geniet nog volop. Maar net toe ik onlangs besloot daarom toch op te gaan voor de 100 -ik blijf bescheiden in vergelijking tot jouw 127- gaf mijn lichaam een signaal af dat dit niet helemaal vanzelfsprekend is.

Sarah (rechts) en Abraham op een schilderij van Jan Provoost uit 1520. Te zien in het Louvre, Parijs.

Dan besef ik dat dagen beginnen te tellen

Inmiddels ren ik niet meer de trappen af, te vaak in mijn leven ervan af gevallen. De leuning goed vast, loop ik tree voor tree naar beneden. Haast is er niet meer bij. Het zadel van mijn fiets is net een tikje omlaag gegaan, dan voel ik me niet onzeker bij het opstappen. Zou ik al gekrompen zijn? Ik draag sinds mijn 18de contactlenzen en een bril. Drie jaar geleden zijn de gehoortoestellen in mijn leven gekomen. En ja, sinds het ongeluk van een leeftijdgenoot draag ik regelmatig een fietshelm. Als ik lang sta, kan ik maar beter steunkousen aandoen, dat scheelt vermoeide benen. Dat doe ik met grote tegenzin, want dan voel ik me een bejaarde. En dan besef ik weer: de dagen beginnen te tellen.

Doen, leren en meemaken

En dat rijmt niet met het plezier dat ik nog heb op de tennisbaan, met de liefde die ik voel als ik mijn kinderen om me heen heb. En als ik naar mijn opgroeiende kleinkinderen kijk. De warmte van gezelschap die ik veel bewuster ervaar. En de nieuwsgierigheid waarmee ik om me heen kijk in vreemde landen en steden. Ik wil nog zoveel doen, leren en meemaken!

De tijd dat je nog achter de schapen aanrende

Ik vraag me af hoe dat voor jou was, Sarah. Kwam je je tent nog uit? Kon je de herders en de kamelen nog zien op je 127ste? Hoorde je nog  de bellen van de schapen, de geiten? Dacht je alleen maar ‘de dagen beginnen te tellen’ bij het mekkeren van de schapen aan de tijd, dat jij nog achter ze kon aanrennen? En de blijheid die je voelde als Abraham in de verte aankwam?

Verheugen op de toekomst

In de Volkskrant las ik een verhaal waaraan ik me vast hou, omdat het me inzicht gaf in waarom ook oude mensen zich nog steeds kunnen verheugen op de toekomst. En dat komt door hun geheugen. Een paar dagen weg? Dan denken we aan alle leuke uitjes die we al hebben meegemaakt. Verheugen we ons extra! En zo zal ik niet bij mijn 67ste verjaardag aan AOW denken maar ook aan de vele verjaardagen die ik al heb gevierd. Van mij mogen er nog wel 60 bij komen, dan word ik net zo oud als jij, Sarah.

Tot ziens over een halve eeuw, liefs, Stella.

Openingsfoto: Cottonbro studio/Pexels