Een nieuwsgierige voorbijganger gluurt door het hek van het Schelpenpoortje aan het Zuphense ’s Gravenhof. Hoever is het nu met de verbouw van het Hof van Heeckeren waar de Zutphense musea in worden gevestigd? Héél ver. Zo ver dat het Hof komend weekeinde feestelijk geopend kan worden.
Stijlvol verbouwd
Nu spreken de woorden van museumdirecteur Tiana Wilhelm vooral tot mijn verbeelding als ze me rondleidt door de nog lege zalen. Het monumentale pand is prachtig en stijlvol verbouwd door BiermanHenket architecten. Het bureau tekende eerder voor de uitbreiding van De Fundatie in Zwolle en het Museumkwartier in Den Bosch.
Driehoekjes gebaseerd op ijskristallen
“Kijk,” wijst Tiana Wilhelm door de ramen naar buiten. “De typische buxushaagjesvorm bekend van de Franse tuin worden vertaald naar driehoekjes. Die weer zijn gebaseerd op de Zutphense ijskristallen van de natuurhistoricus Martinet. Die driehoeksvorm vind je straks ook terug in de Orangerie. En,” kijkt ze naar het gloednieuwe parket, “ze zitten ook in de vloer, zie je?”
Uitdaging Zutphense musea onder een dak
Ben benieuwd of de bezoekers die straks door middel van een tijdlijn door het museum worden geleid het ook zullen opmerken. Als ze maar oog hebben voor de vernieuwde opstelling van de stedelijke historie. En zich willen laten verleiden tot een kijkje in het museum Henriëtte Polak, dat het andere deel vormt van de Zutphense Musea. Want de grootste uitdaging voor het nieuwe museum was de twee totaal verschillende collecties logisch onder een dak te plaatsen. Dat is wonderwel gelukt.
Eeuwenoud maar bijna weer modern
In de middeleeuwse keldergewelven bewonderen we onder andere de tand van de mammoet die in de buurt van Zutphen zijn laatste adem heeft uitgeblazen. Via de trap komen we in de ruimte waar net de vitrines zijn ingeruimd met eeuwenoude maar bijna weer modern schoeisel. Door het venster kunnen de bezoekers zien hoe de medewerkers van de archeologische dienst in de aanpalende ruimte de laatste vondsten onderzoeken. Want Zutphen behoort tot de oudste tien Nederlandse steden en dat betekent dat er regelmatig iets in de bodem van de stad opduikt.
Inventieve oplossingen in Zutphense Musea
“We hebben niet veel meer vierkante meters tot onze beschikking gekregen dan dat de beide musea hadden,” vertelt Tiana. Maar dat heeft tot inventieve oplossingen geleid. Zo zijn in de zaal waar nu de Tweede Wereldoorlog in Zutphen wordt getoond de vitrines demontabel.
Op die manier kunnen ze ook voor andere thematentoonstellingen worden gebruikt.
Walburgiskerk en Hampshirehotel
In de ruimte van het Henriëtte Polakmuseum is een interactieve zaal waar mensen met behulp van de computer hun eigen tentoonstelling kunnen oproepen uit de hele collectie. In de Walburgiskerk tegenover het museum is een kapel ingericht met het antroposofische erfgoed van Zutphen en voor het museumcafé kan worden doorgestoken naar het Hampshire-hotel dat ernaast ligt.
Zutphense Musea ook voor inwoners zelf
De laatste loodjes wegen ongetwijfeld zwaar voor de leiding van het nieuwe museum. Maar vol verwachting is men ook. Niet alleen over het succes van de wisseltentoonstelling van de veelzijdige kunstenaar Arie Schippers in het Henriëtte Polak en De feestende stad in het Stedelijk. Tiana Wilhelm hoopt ook dat de Zutphenaren zelf vaak zullen komen.
Bezoekers kunnen oordeel vellen
Al is het maar om even neer te strijken op het terras of iets te kopen in de museumwinkel. Want het museum is niet alleen van de bezoekers maar ook van de inwoners. “Ik stel me wel eens voor, wat de Van Heeckerens van alle veranderingen in hun pand zouden vinden,” zegt Tiana. Dat kunnen ze haar niet vertellen maar de bezoekers zullen hun oordeel vanaf zaterdag 13 mei wel kunnen vellen.
Recente reacties