Verzekeringsarts Hans Scholtz (68): “Zolang ik gezond blijf, werk ik.”

Vandaag staakt het openbaar vervoer, een actie van FNV die morgen wil demonstreren om te voorkomen dat de pensioenleeftijd per 1 juli verder verhoogd wordt naar 66 jaar en 8 maanden. Ook een broodnodig pensioenakkoord blijft nog steeds uit. Maar hoe fijn het ook is dat je niet meer hóeft te werken, voor veel mensen in de omgeving van Marlies Mielekamp blijkt het bereiken van de AOW-tijd niet het begin van niets doen. In een reeks van interviews leggen gepensioneerden uit, waarom ze ook na hun pensionering nog graag actief blijven. Zoals verzekeringsarts Hans Scholtz (68) die ervoor koos om een aantal dagen per week door te werken.

“Ik had nog wel willen doorwerken”

Wanneer ben je met pensioen gegaan en waar werkte je toen?

Op 8 september 2015 ging ik met pensioen, ik was toen 65 jaar en 3 maanden en werkte 30 jaar als verzekeringsarts bij het voormalige GAK (Gemeenschappelijk Administratiekantoor), later werd dat het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). De laatste 20 jaar was ik stafverzekeringsgeneeskundige en inhoudelijk verantwoordelijk voor ongeveer 30 artsen.

Zag je er tegenop of juist naar uit?

Eigenlijk geen van beide. Omdat de winter eraan kwam had ik nog wel een aantal dagen per week willen doorwerken als verzekeringsarts, maar dat was op dat moment niet mogelijk.

Hoe bracht je de eerste tijd na je pensioen door?

Er waren wat klusjes in huis waar ik toen tijd voor had en ik hielp ook meer mee in het huishouden dan toen ik nog 40 uur per week werkte. Daarnaast werkte ik nog een aantal uur per maand voor de Dopingautoriteit in Nederland waarvoor ik dopingcontroles bij sporters deed. Dat heb ik toen wat uitgebreid.

Na ruim 2 jaar pensioen weer aan het werk

Sinds wanneer werk je structureel naast je pensioen?

Omdat het UWV nogal veel werk had liggen en niet de benodigde gespecialiseerde verzekeringsartsen daarvoor, ben ik per 1 januari 2018 weer bij hen gaan werken als ZZP’er .

Hoeveel uur doe je dat?

Ik heb nu geen staffunctie meer, maar draai twee dagen per week spreekuren, soms wat meer.

Waar bestaat dat werk uit?

Ik beoordeel tijdens het spreekuur mensen die zich arbeidsongeschikt hebben gemeld vanwege ziekte. Daarna schrijf ik daar uitgebreide rapportages over die naar de arbeidsdeskundige of re-integratiebegeleider gaan.

“Fijn, kennis verzekeringsarts weer te gebruiken”

Hoe bevalt dat?

Dat bevalt uitstekend: het is fijn de kennis die je in jaren hebt opgebouwd weer te kunnen gebruiken en bij veranderingen weer op peil te kunnen brengen. Ook fijn is dat ik als ik een maand met vakantie wil, dat kan doen, ik ben als ZZP’er niet afhankelijk van vrije dagen. Dat geeft een groot gevoel van vrijheid! Omgekeerd ben ik ook bereid om als veel artsen met vakantie zijn wat extra dagen te werken.

Wat brengt het je in vergelijking met mensen die er niets naast doen?

Het geeft meer structuur in je leven. Bovendien is het fijn weer contact te hebben met collega’s, niet alleen artsen, maar ook met mensen van de administratie, managers, arbeidsdeskundigen en re-integratiebegeleiders. Ieder radertje in de organisatie is belangrijk en brengt zijn of haar eigen kennis mee. Ik heb ook het idee dat je door nog te werken na je pensioen meer met beide benen in de samenleving blijft staan.

“Als zzp’er niet afhankelijk van vrije dagen”

Hoe lang zou je met je nevenwerkzaamheden door willen gaan?

Zolang ik gezond blijf en de werkgever me nodig heeft zou ik graag als verzekeringsarts doorwerken. Inmiddels ben ik wel gestopt met dopingcontroles voor de Dopingautoriteit; per slot van rekening moet er ook tijd blijven om leuke dingen te doen!