Vijf boeken voor in de vakantiekoffer

Als de 25-jarige Emile te horen krijgt dat hij aan Alzheimer lijdt en nog maar kort te leven heeft, verbrandt hij zonder iemand te informeren alle schepen achter zich en gaat op een roadtrip met een onbekende vrouw die reageerde op zijn advertentie voor een reisgenoot. Ze beleven in Al het blauw van de hemel, geschreven door Mélissa Da Costa, bijzondere, intense momenten. Komen steeds nader tot elkaar en in de loop van het verhaal leren we van beide jonge mensen hun achtergrond en leven tot nu toe kennen. Een ontroerend, soms hartverscheurend verhaal met een droevig maar ook hoopvol einde. Tissues bij de hand.

In Beperkt Volmaakt groeit Ann van Wijck op in een bijzonder gezin: bij verstandelijk beperkte ouders. Zij weet dat niet, maar merkt steeds vaker dat dingen bij haar thuis echt anders gaan dan bij haar klasgenoten. Haar opa fungeert vaak als buffer. Als hij overlijdt, komt Ann er alleen voor te staan. Een lastige situatie voor een meisje, eerst op de basisschool en later als puber op de middelbare school. Gelukkig zijn er om haar heen een paar mensen waar ze terecht kan en die haar af en toe opvangen. Maar je vraagt je af hoe een situatie als deze zo lang kan voortbestaan, zonder dat iemand zich echt om dit gezin bekommert. Des te opmerkelijker, als je weet dat het boek gebaseerd is op de ervaringen van schrijfster Jolanda Doornbos zelf, die er pas heel laat achter kwam dat haar ouders verstandelijk beperkt waren.

Met veel humor en in een gemakkelijke stijl, vertelt operazangeres en televisiepersoonlijkheid Francis van Broekhuizen in Schandalig mooie opera allerlei weetjes (en schandalen) uit de operawereld en haar persoonlijk leven. Geen boek dat je vlot achter elkaar uitleest maar de korte hoofdstukken lenen zich uitstekend voor een verloren moment. En die dienen zich in de vakantie regelmatig aan, wachtend op het vliegtuig, de trein of in de file. Een boek waarvan je wat opsteekt. En dat ook de moeite waard is om te lezen, als je niets met opera hebt. En daardoor hoort het dus zeker in mijn vijf boeken in de vakantiekoffer.

Geen lichte kost, Het koude crematorium van József Debreczeni. Dit ‘Verslag uit het land van Auschwitz’, zoals de ondertitel van het boek luidt, is het afschuwelijke verhaal van Debreczeni zelf. De Hongaarse joodse schrijver overleefde verschillende kampen van Auschwitz. De journalist in hem registreerde alles tot in de kleinste details. József Debreczeni schreef het boek in 1950. Een boek over de ontmenselijking, de wreedheden, de sociale orde, de afstomping en hoe je alles doet om te overleven. Vorig jaar werd het boek vertaald en kreeg het wereldwijd aandacht. Terecht. Het is één van de meest aangrijpende boeken van een ooggetuige, van een overlevende. Een boek waarvan je stil wordt.

Gouden Lotus van Jane Yang is een boek voor liefhebbers van historische verhalen over China. In de sfeer van de boeken van Lulu Wang. Gouden Lotus gaat over twee meisjes die tot elkaar veroordeeld zijn. De één, Linjing, een verwend meisje uit een gegoede familie, de ander, Kleine Bloem, verkocht als dienstmeisje. Kleine Bloem is zachtaardig en heeft een groot borduurtalent. Linjing is jaloers op haar en doet alles om haar dwars te zitten. Tot er iets gebeurt, waardoor ze elkaar nog meer nodig hebben. Ze kunnen niet met elkaar maar ook niet zonder elkaar. Een roman over vriendschap, liefde, verlies en verraad die je in één ruk uit wilt lezen. Een mooi boek dus voor in de vakantiekoffer!