Het is krokus- of carnavals-vakantie. Met zo weinig te doen voor de kinderen, is logeren bij oma en opa een welkome afwisseling. Het spannendste moment is natuurlijk het slapen gaan. Want hoe veilig (groot)ouders het ook voor kinderen willen maken. De angst voor monsters in het donker horen erbij.
Raden is gemakkelijk
Helemaal zen word ik als ik rond een uur of vier in de nacht mijn 4-jarig logeetje terug naar bed begeleid. De dagelijkse beslommeringen verdwijnen in het maanlicht. Het platte kinderkussen wordt zorgvuldig opgehoogd met zijn knuffelpanda, voordat de 4-jarige zijn hoofd weer erop neervlijt en zo goed als meteen is vertrokken. Ik heb hem zojuist aangetroffen op op de overloop van de trap. Zijn panda, waaruit de vulling grotendeels is verdwenen bungelend aan een hand. Raden wat hij daar doet, is gemakkelijk. “Moet je plassen?”, vraag ik. Zonder antwoord te geven lopen we samen naar de badkamer.
(Nog) niet tussen opa en oma in
Op de weg terug, buigt mijn kleinzoon af naar onze slaapkamer maar zachtjes leid ik hem weer naar zijn eigen bed. Ruim 3 uur nog te gaan deze nacht, lijkt me iets te lang met een kleuter tussen opa en oma in. Logeren bij oma en opa heeft zijn grenzen. In ruil ga ik naast hem liggen. Hij kijkt recht in het licht van het nachtlampje, heeft hij er misschien last van? Maar nee, “Zonder lampje ben ik nog banger”, onthult hij fluisterend. En ik hoor me als vanouds de bezweringsformule afraffelen. “Oma is bij je, er gebeurt hier niks.”
Beschermen tegen monsters
Meteen moet ik weer aan mijn zoon denken, een paar jaar ouder dan mijn kleinzoon nu, die ik ook zo na een nachtmerrie probeerde te troosten. “Papa en mama zijn bij je en wij beschermen je tegen de monsters”, waarop hij mij onmiddellijk uit mijn eigen droom hielp. “Dat kunnen jullie niet, weet je wel hoe groot dinosaurussen zijn? Eén poot op ons dak en het is gebeurd.”
Voorbij glijdt de tijd
Gelukkig weet deze vierjarige nog niet beter en vallen zijn ogen al snel weer dicht. Zonder deken over me heen, lukt het mij niet om meteen de slaap te vatten. Daarom kijk ik naar het gave kindergezichtje naast me en verwonder me over zijn lange wimpers. Weemoed (hoe lang is het geleden dat mijn eigen kinderen zo lagen te slapen naast me?), nostalgie (voorbij glijdt de tijd, alleen deze nacht niet) en de vergelijking met onze eigen bijna bejaarde gezichten. Bij een vierjarige kleuter is het vertedering, bij mijn partner inmiddels vaker bezorgdheid. Ademt-ie nog wel?
Een tochtje in de tijdmachine
Zo zacht mogelijk sluip ik weer naar mijn eigen bed, zoals ik dat zo’n kwart eeuw geleden ook gewend was te doen. Een oefening die ik het komend uur nog zo’n drie keer moet herhalen. En toch besluit ik dat mijn kleinzoon nog wel vaker mag komen logeren bij oma en naast onze kamer de nacht mag doorbrengen. Dankbaar voor een tochtje in de tijdmachine. Ook al kost het mij ruim een uur van mijn nachtrust.
Buikje is nog niet wakker
De volgende ochtend zijn eventuele monsters door het daglicht op de vlucht gejaagd. Mijn kleinzoon wil wel opstaan. Maar eerst de yoga-oefeningen van zijn moeder nog doen, zegt hij, terwijl hij een kleutervariatie op de zonnegroet laat zien op de slaapkamervloer. “Want mijn buikje is nog niet wakker!”
Oma meer
Stella Ruisch schreef diverse blogs over het oma worden, terwijl je nog hard aan het werk bent. Lees ook o.a. Help, ik word oma, 20.000 naamgenoten maar Thijs is de mooiste,en Eten met een puberpeuter.
Openingsfoto: Tante helpt met het naar bed brengen van logeetje.
Recente reacties