Teutonen kregen Brabantse stad niet klein…
Inmiddels behoort het tot de geschiedenis van de corona-pandemie: rond de jaarwisseling ‘vluchtten’ een groot aantal Nederlanders voor de strenge regels in eigen land om in België te kunnen winkelen, een hapje te kunnen eten of domweg naar de bioscoop te gaan. In die periode kwam een lang gekoesterde wens van Stella Ruisch uit: een weekeindje naar het voor haar nog onbekende Leuven. Een glanzende parel in de schaduw van metropool Brussel.
Oevers van de Dijle hersteld
We kijken net nieuwsgierig door het hek naar het bouwterrein in hartje centrum. En vragen ons hardop af waarnaar we kijken, als een passant zo vriendelijk is uitleg te geven. “U kijkt naar de plek waar ooit het paleis van de hertog van Brabant heeft gestaan.” Het blijkt een Leuvenaar met liefde voor de lokale historie. “Ziet u verderop dat betonnen gebouw? Dat was een ziekenhuis dat in de jaren zestig met veel subsidie is neergezet. Maar vooral de opdrachtgevers zijn er beter van geworden. Want het was zo slecht gemaakt, dat een brancard niet eens de bocht naar de gang kon maken.”
Nu wordt de lelijke kolos neergehaald om plaats te maken voor de bouw van woningen en een parkje langs de Dijle. Het is de rivier waar het voor Leuven ooit in de prehistorie begon. De Germaanse oorsprong van de naam wordt praktisch uitgelegd als Lo-ven, een plek in het moeras. Dat moeras (van vergetelheid) bedreigde Leuven nog een aantal keren in de eeuwen daarna. Want er zijn veel pogingen gedaan de geliefde (een andere, leukere verklaring van de herkomst van de naam Leuven) hoofdstad van Vlaanderen, te laten verdwijnen. De meest recente zijn gelukkig al bijna een eeuw geleden.
Verhalen maken stadsbezoek altijd leuker
“Ik heb een biljartcafé verderop aan de Oude Markt,” vertelt de amateurhistoricus verder. “En in de gevel zit een steen met 1914 erop. Toen hebben de Duitse soldaten de stad in de brand gestoken, omdat ze zeiden dat er door burgers op hun geschoten zou zijn. Sindsdien noemen we Duitsers in België Teutonen.” Gelukkig is de middeleeuwse stad daarna snel en met veel toewijding weer opgebouwd. Het prachtige stadhuis is als enige gespaard gebleven; het was een onderkomen voor Duitse officieren. “De beelden zijn in de nissen gezet op het advies van de Franse schrijver Victor Hugo. Die vond het op bezoek in de 19de eeuw dat het wel wat fraaier mocht”, beweert onze café-eigenaar.
Leuven vervlochten met Nederlandse geschiedenis
Verhalen maken een stadsbezoek altijd leuker. En zo lopen we door de straten waaraan heel wat geneesheren hun kennis in de faculteitsgebouw van de eerste universiteit in de Nederland hebben opgedaan. Nog steeds staat de geneeskunst in Leuven hoog aangeschreven. Aan het einde steken we over naar de Kruidtuin. In het poortgebouw kunnen we op televisieschermen de geschiedenis leren kennen van de hortus, die ooit verfraaid is in opdracht van Koning Willem I.
Blijft een gekke gewaarwording dat Leuven tot 1830 bij de Nederlanden heeft behoord. En dat er dus ook zoveel Nederlandse sporen zijn te vinden in zo’n ‘buitenlandse’ stad. Het is hartje winter, dus het is fijn om in de voor iedereen toegankelijke orangerie op te warmen en meteen de tropische planten te bewonderen. Een musje is het met ons eens en fladdert tussen de begroeiing.
De regen voorkomt dat we via de middeleeuwse stadsmuur (die hier weer in ere wordt hersteld) de Vaartkom, omlopen. Hier moet het zomers heel gezellig zijn…We vluchten terug de zojuist gerestaureerde Pieterskerk in aan de Grote Markt. De entree is gratis maar tegen betaling is er met een tablet maar ook een hypermoderne virtuele bril uitleg te krijgen over de vele kunstwerken in . Zoals het in alle glorie herstelde 15de eeuwse avondmaal van Dieric Bouts.
Geen bier in Abdij van Park
Leuven behoorde ooit een tijd tot het Bourgondische rijk, dus met het eten en drinken in de stad zit het wel snor. Hoewel de door de vele studenten geliefde fastfood en ‘shotjes’ alcohol de gezellige ‘estaminets’ aan het verdringen zijn. Tot onze spijt!
De volgende dag trotseren we de wind en later opnieuw de regen om naar de Abdij van Park te wandelen. Dat doen we via een omweg langs de St. Antoniuskapelkerk, die aan de heilige Damiaan is gewijd en het Grote Begijnhof, een middeleeuws complex dat gespaard is gebleven van brand en vernietiging in diverse oorlogen. Het is meer weer voor warme chocola en zo’n heerlijke zoete Belgische wafel. Anders hadden we het eigen abdijbier van Park niet versmaad. Nu hebben we ons gelaafd aan de prachtige kunst, middeleeuwse boeken en een zeer bijzonder staaltje stucwerk in het plafond van de refter en de abdijbibliotheek.
En dan hebben we nog lang niet alles gezien wat de Vlaamse stad heeft te bieden, zoals het museum M-Leuven dat door prinses Mathilde en haar Nederlandse collega Máxima in 2009 werd geopend. Leuven is een mooie Belgische stad die we door de coronapandemie eindelijk hebben ontdekt en niet meer zullen vergeten.
Meer lezen over België
Kees Rooze komt regelmatig in België en beschreef hier al eerder de Europese charme van Brussel. Als fietsliefhebber doorkruiste hij met zijn vrouw Antwerpen, om onder de indruk te raken van het beeldenpark. Daarnaast ging hij Unplugged fietsen langs de Belgische Kust, Hij woonde ooit een muziekuitvoering bij tijdens een Weekeindje Gent. Maar liet het over aan Marlies Mielekamp om Gent te voet te verkennen. Vrolijk word je altijd in België als je goed in de straten om je heen kijkt.
Openingsfoto: Roland Jacobs/Pixabay
Recente reacties