In de journalistiek hoor je veel verhalen, die je niet altijd kunt opschrijven. Omdat mensen niet onder hun eigen naam hun relaas op internet willen terugvinden of omdat de omstandigheden zich niet lenen voor een interview. Na vele jaren in het vak kan Brigitte Leferink heel wat vertellen. Dat doet ze onder de titel ‘Mijn geheim’. Omdat sommige verhalen voor velen van ons wel heel herkenbaar zijn. Of onze nieuwsgierigheid opwekken. Zoals dat van Ine. Ze ziet op tegen de feestdagen. Ze is helemaal alleen.
Behandeld als een kleine volwassene
“Van mij mogen die feestdagen snel over zijn”. De zeventigjarige Ine veegt met haar hand in de lucht alsof ze iets wegwuift. “Als kind vond ik er al niets aan. Ik ben enig kind van oude ouders. Mijn vader was 52 toen ik geboren werd, mijn moeder 46. Ze dacht dat ze in de overgang was, want ze hadden nooit kinderen kunnen krijgen. Op de valreep kwam ik nog. Mijn ouders waren wel blij maar hadden geen idee wat ze met een kind aan moesten. Ze waren zelf enig kind en vrij conservatief. Ik werd behandeld als een kleine volwassene. Dat betekende me netjes gedragen, stil zitten, beleefde conversatie, niet schreeuwen of rennen. Ze vonden me al snel te druk. Vriendinnetjes mee naar huis nemen deed ik nooit. Het gevolg was, dat ik na een paar keer ook niet meer bij anderen werd uitgenodigd om te spelen. Ook in mijn jeugd was ik vaak helemaal alleen.”
Verongelukt na houten bruiloft
“Het leven in mijn jonge jaren was daardoor vrij saai maar ik wist niet beter. Ik vermaakte me met een boek of een handwerkje. Na de Ulo vonden mijn ouders het niet nodig dat ik doorleerde. Meisjes trouwden toch wel, was hun gedachte en ze hadden me graag thuis. Ze konden wat hulp gebruiken. Op mijn 22ste ontsnapte ik aan dat leven door mijn huwelijk met een jongen die ik kende uit de kerk. Helaas duurde dat huwelijk niet lang. Hij verongelukte de dag nadat we onze houten bruiloft hadden gevierd. Ik ben daarna nooit meer verliefd geweest. Opnieuw was ik alleen.”
Die kerststol was heerlijk
“Kerst met mijn ouders was ieder jaar hetzelfde. Kerstavond naar de nachtmis. Eerste Kerstdag ontbijt met kerststol, tussen de middag warm eten met groentesoep, rollade, stoofpeertjes en aardappelrozetten en rijstpudding toe. ’s Avonds aten we weer kerststol, want zo’n brood was natuurlijk erg groot voor drie personen. Ik zie zo voor me hoe mijn vader de spijs eruit pulkte met zijn mes en dat over de roomboter op het brood smeerde. Ik at altijd eerst het brood op en bewaarde de spijs tot het laatst. Zo’n volle hap, vette, kruimelige spijs. Heerlijk.
Tweede Kerstdag weer naar de kerk. Daarna aten we iets simpels, een stamppot of zo, want het kon niet altijd feest zijn.”
Lid van de Vrouwenvereniging
“Tot mijn ouders overleden, zag mijn kerst er zo uit. Daarna had ik er zo’n afkeer van, dat ik het nooit meer heb gevierd. Ik ga niet naar de kerk. Blijf thuis en kijk wat tv of lees een boek. Voor handwerken zijn mijn ogen te slecht geworden. Bovendien, wat moet ik met al die haakwerkjes? Ik heb wel eens een poging ondernomen vrienden te maken. Werd lid van een vrouwenvereniging, maar ik vind het moeilijk om aansluiting te vinden. Eigenlijk weet ik nog steeds niet goed hoe ik met andere mensen om moet gaan.”
Met Kerstmis helemaal alleen
“Om een frisse neus te halen ga ik tegenwoordig vaak wandelen. Mijn favoriete plek zijn de duinen. Op weg ernaar toe kom ik door een straat met grote huizen. In de decembermaand zie je daar verlichte kerstbomen staan, open haarden die branden, opritten vol auto’s en fietsen. Soms loopt iemand voor het raam langs. Het ziet er gezellig uit. Ik zou wel aan willen bellen om de sfeer te proeven maar dat doe je natuurlijk niet. Dus blijf ik deze Kerstmis helemaal alleen. Van mij mag het snel voorjaar worden.”
Recente reacties