Na het plezier dat we al wandelend in Antwerpen aan de striproute hebben beleefd, lokte Brussel met hetzelfde doel. Gek, dat we in Nederland onze striptekenaars niet zo’n rol geven in het straatbeeld. Misschien een idee voor de gemeente Haarlem, waar vanaf volgende week vrijdag de tweejaarlijkse Stripdagen weer worden gehouden? De stad heeft van oudsher een band met het stripverhaal. Hier was immers ook jarenlang de uitgeverij van stripbladen als Donald Duck en Pep, de latere Eppo, gevestigd.
Stripverhaal opgewaardeerd tot graphic novel
Stripverhalen worden in Nederland ondergewaardeerd. Ik vertel mijn schoonzus over mijn idee om in de Keuze van Kees deze maand opnieuw aandacht te besteden aan stripmuren en ze haalt meteen haar herinneringen op. Van jongs af aan was ze stripliefhebber. Maar daardoor werd in de jaren zestig haar vriendinnetje -gelukkig tevergeefs- verboden met haar om te gaan. Want stripverhalen lezen; dat was slecht voor je leesvaardigheid en ontwikkeling van je taalgevoel, vond haar moeder. Stripboeken waren voor eenvoudige mensen, zeg maar. Tegenwoordig beleeft het stripverhaal een opwaardering in de vorm van ‘graphic novel’. En is zelfs literatuur als ‘De Avonden’van Gerard Reve door Dick Matena ‘verstript’. Peter van Dongen maakte van Adriaan van Dis’ ‘Familieziek’ een prachtig beeldverhaal en krijgt daarom terecht dit jaar de Stripschap-prijs. Het wachten is nu op brede publieke erkenning.
Op naar Brussel, striphoofdstad
In België is die Nederlands stripkunstenaars Dick Matena en Joost Swarte al ten deel gevallen. Zij hebben inmiddels hun eigen muur in Antwerpen. Maar deze keer zijn we in Brussel, dat zichzelf Striphoofdstad noemt. Waar is de routebeschrijving? Op naar het Stripmuseum maar daar zijn we toch echt aan het verkeerde adres. We worden doorverwezen naar de toeristeninformatie bij het Paleis van Schone Kunsten dat ook Bozar wordt genoemd. Dat blijkt nog een aardige wandeling maar gelukkig hebben we wel bij het Stripmuseum al mijn grote favoriet gespot: Guust Flater of Gaston zoals hij in België wordt genoemd. Bovenaan de trap prijkt hij. En natuurlijk moet ik er even naast poseren voor de gelijkenis. De strip speelt zich af op de redactie van het stripblad ‘Robbedoes’. Ik denk zelf dat het succes van Guust Flater te wijten is aan de herkenbaarheid van de situaties die op kantoor kunnen voorkomen.
Kunstenaars zijn bezig met eigen beeldverhaal
Voor een vriendelijk prijsje (een euro) kopen we uiteindelijk een beschrijving van de locaties van de beeldverhalen. Jammer, dat er geen échte route in Brussel is, zoals in Antwerpen. Nu wordt het een zoekwerkje dat wij starten op de beroemde Grote Markt van Brussel. Maar daardoor kijken we daadwerkelijk met andere ogen naar de Belgische hoofdstad. Onderweg komen wij een aantal stripwinkels tegen. In de leuke etalages uiteraard beeldjes van bekende stripfiguren. Verderop treffen we een paar kunstenaars die bezig zijn met het aanbrengen van hun eigen beeldverhaal op de muur. Her en der treffen we affiches aan van stripfiguren. Ter onderstreping dat de bezoeker beseft dat Brussel ook écht striphoofdstad is.
Stripmuren in Brussel moeten nog worden ontdekt
Desondanks heb ik nog niet de indruk dat de veel toeristen daarvan doordrongen zijn. Toch kan ik iedereen aanraden ook in Brussel de stripmuren te zoeken. Al is het maar omdat je zo ook langs tal van bezienswaardigheden komt. We zijn er al zoekende niet in geslaagd om álle stripmuren te zien. Maar dat is niet erg. Zo hebben we nog een reden om weer naar Brussel te komen.
Recente reacties