Toen digitaal en analoog nog niet bestond…
Inmiddels zijn in een gemiddeld huishouden de afstandsbedieningen niet meer op een hand te tellen. Leve de techniek van bluetooth en de digitale wereld! Maar het fenomeen storing is sinds de komst van radio en televisie niet uit ons leven verdwenen. Kees Rooze komt de transistor radio van zijn moeder op zolder tegen en haalt herinneringen op.
Het woord analoog bestond in mijn jeugd nog niet, ook al werkten de apparaten in ons huis op die manier. De televisie vereiste nog wat lichaamsbeweging als er moest worden omgeschakeld naar een ander net. Dan moest er aan een knop gedraaid worden. En dat was pas toen het tweede net erbij kwam. De vooruitgang stond ook toen al niet stil.
Koffiemolen stoorde op de televisie
Ik herinner mij ook nog de ongepaste bewoordingen, waarin mijn vader zijn gevoelens uitte als de buurvrouw weer eens precies om acht uur ’s avonds wanneer het journaal begon, de elektrische koffiemolen hanteerde. De koffiemolen stoorde zodanig, dat het beeld van de televisie alleen sneeuw vertoonde. En dat op een beeldbuisje van 43 centimeter in de enorme kast van onze Loewe Opta. Ooit werd er een stukje fineer beschadigd maar vanzelfsprekend werd dat er weer op gelijmd want de televisie was eind jaren vijftig een kostbaar bezit. En dat was nog voor de opkomst in Nederland van de transistor radio in de jaren zestig.
Meezingen met arbeidsvitaminen
Die uitvinding maakte mijn moeder zielsgelukkig. Net als de televisie een paar jaar eerder was het ook een hele aanschaf. Voor maar liefst 120 gulden was ze de bezitter van een radio op batterijen. Waar mijn moeder ook het huishouden bestierde, de draagbare radio, zoals dat toen heette was altijd in haar onmiddellijke nabijheid. De toonregeling bestond uit een drukknop bovenop en de andere knoppen stonden met elkaar in verbinding. Komisch was het omhoogvliegende knopje als een ander ernaast werd ingedrukt. ’s Ochtends stemde mijn moeder af op Arbeidsvitaminen en als er een bekende melodie voorbij kwam, zong ze mee.
‘Let it snow, let it snow’ op transistor radio
De zondagmorgen werd, als mijn vader geen continu dienst had, besteed aan platen draaien van Max van Praag, Annie de Reuver en vele anderen. Als de stemming er goed in zat, zong mijn vader met mijn moeder het hoogste lied. En laat ik zeggen niet onverdienstelijk. Maar de transistor radio was haar onafscheidelijke vriend en altijd op de middengolf. Zo rond de kersttijd hoor ik haar nog zingen: “Let it snow, let it snow, let it snow!” Gelukkig heb ik hem al die jaren bewaard, denk ik, als ik hem weer terugzie op zolder.
Persil-spaarpunten voor Sharp Six TR-173
Mijn eigen radio werd een zes transistor van Sharp. Aangeschaft met spaarpunten van ’ Persil’ was het een trots bezit. Nauwkeurig afgestemd op Radio Veronica. En ik zeg nauwkeurig, want een millimeter ernaast en je kreeg een andere zender of zoals mijn opa zei: “De Mexicaanse Hond”, een soort jankende toon. Soms konden mijn broer en ik ’s avonds de piratenzender Radio Caroline ontvangen. Wij waren superzuinig op die Sharp, want de ontvangst was een stuk beter dan met een twee transistor radiootje.
Ik heb geen idee hoeveel spaarpunten voor de ‘Sharp’ nodig waren maar volgens mij schuimde het maanden later nog volop en wij roken allemaal naar Persil. Gelukkig heb ik een foto van de zes transistor kunnen terugvinden op de site van het Radiomuseum. Ik ben niet de enige die zijn herinneringen koestert aan de transistor radio. Mijn partner heeft ook al die jaren haar op school gewonnen transistorradio bewaard.
We voelden ons rijk met transistorradio en cassetterecorder
Zelfs onze oude cassetterecorder doet het nog steeds. Menig repetitie van onze band is ermee vastgelegd. Eigenlijk hoog tijd ze te digitaliseren, want de tand des tijds vreet de cassettebandjes aan. Met die band van ons hebben we het rijke bezit van een cassetterecorder nog gepromoot. Wij poseerden voor de reclamefolder van Albert Heijn van de ‘Premie-van- de- Maandclub’ (1962 – 1974). In de folder werd een cassette recorder getoond die met koopzegels en waarschijnlijk bijbetaling te verkrijgen was.
Het was midden in de winter en de fotoshoot duurde een hele middag in een ijskoude hal zonder ramen. Wij moesten al die tijd doorspelen voor ‘natuurlijke’ foto’s. Die kwamen in de folder maar piepklein. Onze zangeres/bassist was volgens mij de enige die herkenbaar op de foto stond. Ook onze bakfiets zonder ketting stond op de foto van de folder met de tekst op zijkant van de oude bakkerskar: ‘Tijd is geld’. Dat laatste hadden we niet. Maar we voelden ons rijk met een transistor radio en een cassetterecorder.
Kees Rooze haalde al eerder ook herinneringen op aan de zaag van zijn vader, omdat hij zich ergerde aan een televisiereclame. Daarnaast houdt hij een fotografisch oog voor zijn omgeving als hij fietst. Zo tipte hij ons laatst een rondje Ronde Hoep in Noord-Holland. Daarnaast houdt hij ook van -oude- auto’s, zoals de Trabant. Maar zijn hart ligt in Zeeland, waar de familie van zijn ouders vandaan komt.
Recente reacties