Zongebruind terug van vakantie, de koffers net opgeruimd, neem ik de post door en stuit op een oproep voor het halen van de griepprik. Ik moet me kennelijk niet alleen voor 2017 maar voor mijn hele leven op de winter voorbereiden. Behoor ik op mijn -nog net- 59ste nu al tot de groep ‘kwetsbare ouderen’?
Leven gemedicaliseerd voordat ik er erg in heb
“Ik moet er niet aan denken dat we er zo bij zitten over een aantal jaren”, verzuchtte mijn vader nadat hij samen met mijn moeder voor het eerst na de komst van de kinderen een weekje was weggeweest. “Zitten we in een hotel tussen bejaarden die bij het ontbijt het ene potje pillen na het andere opendraaien. Zo wil ik niet oud worden!” Die woorden echoën bij me na elke ochtend als ik een pilletje D inneem op advies van de Gezondheidsraad. Alleen slik ik ze niet omdat ik iets mankeer maar om te voorkomen dat ik iets gá mankeren. Zo word ik gescreend op borstkanker en darmkanker en nu zou ik preventief een griepprik moeten halen… Mijn leven is al gemedicaliseerd voordat ik er erg in heb.
Nooit meer een griepprik….
Diep in de vorige eeuw kregen wij op het werk een griepprik aangeboden. Gedwee liet ik mij als twintiger inenten om meteen daarna geveld te worden door een virus. ‘Griep’ was mijn zelfdiagnose. En besloot nooit meer zo’n prik te halen. Als meerdanvijftiger weet ik inmiddels dat je nooit ziek kan worden door een inenting, tenzij je een allergie hebt voor kippeneieren. En ik vind ik dat ik op zijn minst een grondiger onderbouwing moet vinden voor mijn besluit wel of niet vaccineren.
60 miljoen per jaar maar medisch zinvol?
In de Volkskrant legt huisarts Joost Zaat in een column de nadruk op het financieel gewin van huisartsen die een vergoeding per griepprik krijgen. En dan hebben we het nog niet over de farmaceutische industrie, die er natuurlijk ook belang bij heeft dat we ons massaal laten inenten. In totaal kost de griepprik de overheid zo’n 60 miljoen euro per jaar. Maar ik besluit me vooral te richten op de vraag of het medisch gezien zinvol is.
Effect nooit goed onderzocht
Op internet kom ik Joost Zaats collega-huisarts Hans van der Linde bij Trouw.nl tegen. Hij pleit voor afschaffing van de griepprik. “Omdat het effect van de inenting, die nu 40 jaar wordt gegeven, nooit goed is onderzocht. Gerenommeerde bronnen als het Geneesmiddelenbulletin en het Wetenschappelijk Tijdschrift voor Geneeskunde zijn om die reden negatief over de griepprik,” stelt hij.
Afwachten of virusstammen in griepprik ‘matchen’
Elk jaar bepaalt de Wereldgezondheidsorganisatie welke virusstammen in het vaccin worden gestopt. Dat gebeurt op basis van de griepvirussen die op het zuidelijk halfrond het afgelopen jaar de bewoners in hun winter hebben geteisterd. En dan maar afwachten of die ‘matchen’ met de griepvirussen die het noordelijk halfrond zullen bezoeken. Want griepvirussen veranderen voortdurend. Vorig jaar bleek het vaccin goed aan te sluiten bij de heersende griepvarianten maar er zijn ook jaren geweest dat de keuzes ernaast zaten. En dan ben je dus helemaal niet beschermd tegen de griep, ondanks de prik.
Griepprik voorkomt sterfgevallen
Toch houdt Jaap van Dissel, directeur van het Centrum Infectiebestrijding van het RIVM vast aan nut en noodzaak van de griepprik. Al zou ook hij liever een vaccin hebben dat beter werkt en dat niet ieder jaar opnieuw moet worden samengesteld. “We voorkomen met de griepprik meer sterfte dan het Rijksvaccinatieprogramma (bof, mazelen, etc.)”, is zijn standpunt in hetzelfde artikel in Trouw. Maar ook die getallen zijn nooit degelijk onderzocht. Tot op heden wordt een piek aan overlijdensgevallen in een jaar zonder meer aan influenza, dus griep, toegeschreven.
Voorkom besmetting
Een opmerking blijft bij me hangen. Hoe meer mensen zich inenten, hoe meer het besmettingsgevaar afneemt. Bij 60 procent inentingen worden in ieder geval de ingeënte virussen niet meer verspreid. Denk aan de zorgverleners, zeg ik tegen mijn man die zijn oproep al in de prullenbak heeft gegooid. Hij kan immers zijn -kwetsbare- moeder van 91 besmetten zonder dat hij er erg in heeft. “Die kan zich toch ook laten inenten, als ze dat wil,” snoert hij me de mond.
Eenmaal ziek van griep, is er geen kruid tegen gewassen
Voor de start van het inentingsprogramma kwam ongeveer 1 op de 10 Nederlanders met griep bij de dokter, nu is dat 1 op de 60. Dankzij de griepprik? Of omdat de voorlichting inmiddels dermate goed is, dat ook ik weet dat er geen kruid is gewassen tegen de griep als je die eenmaal hebt? Wie het krijgt, kan alleen met een paracetamolletje onder de wol kruipen. En hopen dat het overgaat.
Een zus peinst er niet over, ander heeft griepprik al gehaald
Ik raadpleeg mijn omgeving maar word niet veel wijzer. De meningen zijn diep verdeeld over het nut van de inenting. Wat klopt met het opkomstpercentage (rond de 50 procent en de laatste jaren dalend). Mijn ene zus peinst er niet over om een prik te halen, na alles wat ze heeft gelezen. De andere is net geweest. Want haar eigen ervaring met griep heeft haar doen besluiten dat ze er alles aan wil doen om te voorkomen dat ze nog eens zo beroerd wordt. Ik bel mijn dochter, die is immers biofarmaceut. Na een mini-college over de werking van virussen en vaccinatie geeft ze me vooral een overweging mee: “Kom je veel onder mensen? Dan is het risico groter.” Vervolgens spuit ze mijn eigen tegeltjes-wijsheid. “Mam, misschien moet je denken: baat het niet, dan schaadt het niet.”
Recente reacties