Geboren en getogen in het Amsterdamse Betondorp is de socialistische gedachte mij met de paplepel ingegoten. Hand in hand met mijn vader maakten we elke maand een ronde langs de leden van de socialistische huurdersvereniging om hun bijdragen op te halen. Regelmatig werden we uitgenodigd om binnen te komen, voor een drankje en een praatje.

Emancipatie onderdrukten na aan het hart

Terwijl mijn vader druk in gesprek was, speelde ik met nieuw verworven sigarenbandjes. Soms kwamen we bij mensen die alleen, oud of ziek waren. Mijn vader ging dan op zoek naar een geschikte oplossing. Zo hebben mijn ouders jarenlang hand- en spandiensten verricht voor ene meneer Toledo. Mijn moeder deed zijn was, mijn vader zijn financiële administratie, totdat er een plek voor hem was in het nieuwe bejaardentehuis in Amsterdam-Noord. Niet verbazingwekkend dat de emancipatie van onderdrukte groepen in de maatschappij mij na aan het hart ligt.

Familistère bezoek waard

Woonwerkgemeenschap uit 19de eeuw in Guise is nu een museum.

Een prachtig voorbeeld van utopisch socialisme vind je in Noord-Frankrijk, niet ver bij ons Franse huis vandaan. In het plaatsje Guise staat een interessant complex de Familistère. Voorheen was hier een een woon/werkgemeenschap gevestigd, nu is het een mooi, recentelijk gerenoveerd, museum. Ik kan iedereen aanraden de rit van of naar het zuiden van Frankrijk te onderbreken om hier een kijkje te nemen.

Werknemerspaleis

De oprichter van dit ‘sociaal paleis’, Jean-Baptiste André Godin (1817-1888) zag de erbarmelijke werkomstandigheden van de arbeiders die met hun gezinnen in grote armoede leefden. Geïnspireerd door de filosoof Charles Fourier (1772-1837), ontwikkelde hij uitgesproken ideeën over de gewenste inrichting van de maatschappij. Godin startte een gietijzerfabriek in Guise, in het dal van de Aisne. In deze fabriek werden de bekende gietijzeren kachels gemaakt en aanverwante artikelen, zoals pannen. Daar besloot hij zijn idealen in de praktijk te brengen. Hij begon in 1856 met de bouw van een ‘werknemerspaleis’ voor zichzelf en zijn werknemers.

Zeer modern in 1856

Familistère

Guise ligt vlakbij de route naar Zuid-Frankrijk

Deze ‘Familistère’ bestond uit drie flatgebouwen van vier verdiepingen met voor die tijd zeer moderne voorzieningen zoals vuilstortkokers, waterleiding en toiletten. Bij het complex werd ook een (verplichte) school gerealiseerd. Overigens zonder bemoeienis van de kerk. Een bibliotheek, een wasserij, moestuinen, een theater en zelfs een zwembad maakten onderdeel uit van het complex. De flats werden voorzien van opvallend mooie binnenplaatsen. Vanaf 1880 liet Godin zijn bedrijf geleidelijk in handen van zijn werknemers overgaan.

Verwaarloosd en vervallen

Dit coöperatieve systeem heeft nog gewerkt tot 1968. Toen was er, door de zware economische omstandigheden, geen toekomst meer weggelegd voor deze bijzondere combinatie van wonen en werken. De fabriek produceert nog tot op de dag van vandaag maar de woningen zijn inmiddels verkocht.  De Familistėre lag er tot 1991 vervallen bij. Toen verklaarde de gemeente Guise, inmiddels eigenaar, het complex tot monument en sindsdien is er ook een museum in gevestigd.

Godin voorbeeld voor velen

Behalve een aantal arbeiderswoningen, is ook de woning van Godin te zien. Evenals de binnen- en buitenpleinen en de andere gemeenschappelijke voorzieningen. Ook worden de verschillende kachels, die in de fabriek gegoten zijn, tentoongesteld. Erg leuk voor fanatieke houtstokers, zoals mijn man. Tijdens en na de Industriële Revolutie zijn er wel meer van dergelijke utopisch socialistische initiatieven in Europa geweest maar zelden zo succesvol als de Familistère van Jean-Baptiste Godin. Hij was niet de zakenman met het bord voor z’n kop, waarover Boudewijn de Groot in de jaren 60 zo kritisch zong. Jean-Baptiste deed zijn best om verandering te brengen in een onrechtvaardige situatie. Dat maakt hem, wat mij betreft tot een voorbeeld voor velen.

Arm in arm met mijn vader

Die mening zou mijn helaas overleden socialistische vader ongetwijfeld met mij delen. Wat zou het leuk zijn om samen een bezoek te brengen aan de Familistėre. Hij had zeker bedenkelijk gekeken bij mijn aanschaf van een dure gietijzeren Godin-pan aan het eind van het museumbezoek. Arm in arm zouden we echter het winkeltje verlaten, terwijl ik hem zou vertellen dat ‘lekker eten’ óók een overtuiging is.