Kees Rooze en zijn vrouw verkennen op de fiets Denemarken en genieten van de leuke steden, het Deense gevoel voor kunst en design maar ook, tot slot, van bijzondere ontmoetingen.
Gastvrijheid in Silkenborg
Je fietst in Denemarken als vijftigplusser niet alleen comfortabel over de lieflijkste heuvels, de groenste velden en de leukste stadjes. Je komt tegelijkertijd langs bijzondere mensen.
De Denen wijzen fietsers de weg via mooie als margriet vormgegeven borden. Maar tussen twee borden in krijgt mijn vrouw op weg van Ebeltoft naar Ribe onbeschrijflijke trek in een kop koffie. En dus onderbreken we onze tocht in Silkenborg. Niet in een schilderachtig café maar in een soort keet waar ook de plaatselijke werklieden tussen de middag een broodje komen eten. De uitbaters blijken een lief Vietnamees echtpaar. Ze spreken geen Engels maar vragen in het Deens uit welk land we komen. Gelukkig begrijpen we ze en als we vertellen dat we uit Nederland komen, blijkt dat ze familie hebben in Arnhem. Genoeg aanleiding om ons te vergasten op een gratis kopje koffie. Eerst biedt de vrouw het aan en daarna komt haar man ook nog eens stiekem bijschenken. “Als we het maar niet aan de andere bezoekers laten merken,” wordt ons duidelijk gemaakt. Zo blij zijn ze om door ons een soort verbinding met hun familie te voelen. En wij ervoeren de ontvangst als hartverwarmend.
Oudste stadje van Denemarken
Daarna vervolgen we onze weg naar Esbjerg, een industriële havenstad. Snel door naar Ribe. Het is het oudste stadje van Denemarken en dat vóel je. We worden door elkaar gerammeld op een bestrating die net zo oud lijkt als het stadje. De jonge afwasser in het eveneens oudste restaurant van Ribe heeft er ook moeite mee. Toch slaagt hij erin op de binnenplaats, waar wij een tafeltje hebben net niet te vallen met een blad schone vaat. Om de paar minuten komt hij langs en zorgt op die manier met een mengeling van jongleren en balanceren voor vermaak tijdens het wachten. Het eten is niet bijzonder, de rekening wel.
Wadlopen bij Mandø
Op het verlanglijstje voor deze reis stonden de Deense Wadden. Vanuit Ribe fietsen we ernaartoe. Wat een prachtig uitzicht. Je kan wadlopen naar Mandø, het dichtstbijzijnde Waddeneiland maar je kan ook kiezen voor een tocht per tractorbus.
In Ribe hadden wij de tent en zeilen drijfnat in vuilniszakken gedaan met de hoop op beter weer. En zowaar in Sonderborg is het droog. Bij Sonderborg ligt het gelijknamig -prachtige- kasteel, waar het koninklijk jacht ook ligt afgemeerd. De trossen zijn smetteloos wit evenals het uniform van de vrouwelijke matroos, die de wacht houdt.
Hakkebof blijkt hakkepuf
We hadden het al een paar keer op de kaart zien staan en in Sonderborg besluiten we het eens te proberen: ‘hakkebof’. Het moet een Deense specialiteit zijn, deze tartaar. Maar hakkebof bleek in Sonderborg meer hakkepuf.
Het vlees was zo droog, dat we het niet wegkregen. De serveerster was zo vriendelijk om ons een nieuwe hakkebof te brengen, die tenminste met wijn wel was weg te spoelen. Ik had bijna aandrang om zelf in de keuken te gaan staan. Wat overigens op de camping had gekund. In Denemarken kennen de campings een eigen kookgelegenheid en een soort huiskamer.
Deense koks hebben meer verstand van vis
Met lichte weemoed dachten we terug aan Mackies, het restaurant in Århus, waar we overheerlijke zalm hebben gegeten. Want in visgerechten zijn de Deense koks over het algemeen beter. En dan hebben we het nog niet gehad over het uitstekende bier dat we laatste dag in Sonderborg in een brouwerij-restaurant genoten bij heerlijk eten. Daarmee konden we proosten op een heerlijke vakantie, die we in Duitsland nog een staartje gaven met een bezoek aan onze fijne pleisterplaats Münster.
Recente reacties