Brigitte Leferink interviewt regelmatig schrijvers voor publiek in het theater in haar woonplaats Waddinxveen. De dag nadat bekend werd dat Adriaan van Dis de NS Publieksprijs voor de roman Naar zachtheid en een warm omhelzen had gewonnen, had Brigitte een gesprek met hem. Een betere timing was niet mogelijk.
Niet zo aanrakerig
‘Midden in de nacht kruipt hij bij mij in bed, een jongen van een jaar of negen.’ Met deze zin opent de roman Naar zachtheid en een warm omhelzen van Adriaan van Dis. Even twijfelde ik of ik wel door wilde lezen. Vroeg me af waar dit verhaal naar toe ging. Later blijkt dat het de herinneringen aan zijn jeugd zijn, waar Van Dis ’s nachts aan denkt. Dat jongetje van negen is hij zelf. In huis bij zijn opa en diens huishoudster, de vrouw die hij Ommie noemt. Hij brengt er regelmatig een aantal maanden door, omdat er thuis rust nodig is. Zijn vader, die beschadigd uit de oorlog in Nederlands Indië is teruggekomen, kan niet veel verdragen. Ommie is de vrouw die hem liefde en zachtheid geeft.
“Thuis waren we niet zo aanrakerig”, zegt Adriaan van Dis tijdens het interview.
“Bij Ommie kon ik mijn neus tussen haar forse gemoed steken”. Terwijl hij dit zegt geeft hij met zijn handen aan hoe groot dat gemoed was. Het woordgebruik is typerend voor Van Dis, die bekend staat om zijn wat geaffecteerde manier van spreken.
Adriaan van Dis meesterverteller
“Dat heb ik mezelf aangeleerd toen we in het Gooi woonden”, legt hij uit. Hij zal het vast en zeker snel geleerd hebben, want hij kan erg goed verschillende accenten nadoen. Een zachte g uit het zuiden, onvervalst Gronings of de tongval van zijn vader, als hij vertelt over zijn lekkende hartklep. Iets waar vader en zoon beiden last van hadden.
De succesvolle schrijver is een meesterverteller. Niet alleen op papier, maar ook tijdens het interview.
Discriminatie was vroeger ‘gewoon’
“Gooi er een kwartje in…”, zegt iemand tijdens de pauze. En zo is het. Een groot deel van de vragen die ik heb voorbereid komen zonder dat ik ze hoef te stellen aan bod. Bovendien is hij zo enthousiast en breedsprakig, dat van de twintig kaartjes met vragen slechts de helft kan worden behandeld. De tijd vliegt. Zeker als hij praat over het essay De kolonie mept terug, zijn laatst verschenen boek. Het is een uitgebreide versie van de Rudy Kousbroeklezing die hij hield. Het gaat over de rol van migranten in onze samenleving. Dat verhalen meestal vanuit de witte mensen worden verteld en dat het goed is dat er (eindelijk) echt aandacht is voor de andere kant van het verhaal. Dat beide standpunten worden belicht. Hij vergelijkt het met een familiebijeenkomst.
“Vraag alle aanwezigen achteraf hoe ze het beleefd hebben en je hoort allemaal verschillende verhalen. En alle verhalen zijn waar. Voor een compleet beeld moeten alle verhalen verteld en gelezen worden.”
Hij praat vol vuur over het onrecht dat migranten werd en wordt aangedaan. Hoe discriminatie vroeger ‘gewoon’ werd gevonden. Als voorbeeld noemt hij een van zijn zussen. Zijn zussen hebben een andere vader en hun huid is donker, in tegenstelling tot die van Adriaan.
“Mijn zus wilde emigreren, maar werd te donker bevonden door Australië. Zuid-Afrika bleek ook geen optie. Uiteindelijk kwam ze in het koude Canada terecht.”
Adriaan van Dis klaagt aan
De kolonie mept terug is een totaal ander boek dan zijn vorige. Het is een aanklacht. De opmerkingen die Van Dis erover maakt geven stof tot nadenken. Soms was het alsof het boek Adriaan van Dis mept terug als titel had moeten krijgen. Het interview was anders dan met de auteurs die ik eerder sprak. Die gingen vooral over hun romans en minder over hun wereldbeeld. Het was mede daarom een gedenkwaardige avond.
Meer lezen
Brigitte Leferink geeft regelmatig boekentips. Ze is een veellezer en doet mee aan de campagne ‘een boek per week’. Soms springt een schrijver erboven uit, zoals Jaap Robben. In Waddinxveen interviewde ze o.a. ook Sonja Barend, Bart Chabot en Simone van der Vlugt.
Openingsfoto: beeld uit het interview in tv-programma Buitenhof. Foto: Youtube.
Recente reacties