Na de Oosterscheldekering word ik Keeske

“Keeske”, zo noemde mijn Zeeuwse oma me altijd liefkozend als we vroeger bij de familie in Goes op bezoek kwamen. Zelfs toen ik al 30 centimeter boven haar uitstak. En zodra we over de Oosterscheldekering zijn gefietst en bij Biggekerke aankomen, voel ik me weer Keeske. De campingbeheerders kennen ons van voorgaande vakanties en heten ons warm welkom. “Hoe gaat het met de kinderen?” vragen we aan elkaar. De Zeeuwse jongeren hebben moeite om werk te vinden. Ze willen niet weg uit hun provincie maar ze worden er wel vaak toe gedwongen.

Kees Rooze en zijn partner kozen drie weken in juni en juli om een fietsvakantie in Nederland te houden. Maar ook voor hen als doorgewinterde fietsliefhebbers bleek het eigen land vol met verrassingen. Na Zuid-Holland steken ze nu de Oosterscheldekering over.

Eierkoeken en bolussen

Zo is mijn vader met zijn vrouw ook ooit vertrokken naar Amsterdam om daar uiteindelijk schipper te worden op de pont over het IJ.  Maar als het even kon, dan gingen we terug naar Zeeland. Op de lagere school kregen we eerder vrij om samen met mijn moeder in de slaapcabine van de oplegger van een vrachtwagen naar de familie te rijden.  Mijn vader kon vaak niet mee want er was nog een zesdaagse werkweek. Na een tocht van 3,5 uur en de vaste stop bij “Van Kekem” wegrestaurant in de buurt van Meerkerk arriveerden we dan in Goes. Meestal sliepen wij bij opa en oma van vaderskant. Opa had dan gezorgd voor eierkoeken en superverse Zeeuwse bolussen. De bakker moest niet het lef hebben oude koeken te leveren, want met dezelfde vaart wisselde mijn opa van bakker.

De geur van graan en carboleum

Iedere keer als ik in Zeeland kom, denk ik terug aan die vaste bezoeken aan Zeeuwse opa’s, oma’s,  ooms en tantes. Zelfs de geur van de graanhandel Duvekot, vermengd met de geur van het carboleum van de loods vlak bij het huis van mijn grootouders herinner ik me nog. Evenals het bezoek aan het café van mijn oom aan het tegenwoordige haventje in Goes. Mijn broer en ik voelden ons verwend als we een flesje Perl kregen.  Mijn superlieve oma van moeders kant, die mij Keeske noemde, liep in klederdracht. Ze was niet anders gewend. Andere familieleden die uitgewaaierd waren over Nederland kwamen in Goes weer samen. We leenden fietsen en maakten tochtjes naar Sas en Kloetinge.

De herkenning van positieve mensen

Positieve ervaringen met positieve mensen. Zo zie ik de Zeeuwen. Misschien is het de herkenning, het gevoel dat ik ben geworteld in deze provincie. En ik ben niet de enige. Ook mijn broers en hun gezinnen komen hier nog steeds, op vakantie of zomaar op bezoek. Na het gesprek met de campinghouders slaan we deze dag, vermoeid maar blij dat we in Zeeland zijn, ons tentje op in Biggekerke.

 

Meer lezen over de fietstocht van Kees Rooze

Lees ook de andere delen van de vierdelige serie Zomer in Zuid-Nederland.Zoals de start van deze fietstocht in regen en (tegen)wind. En hoe leuk is Middelburg waar Kees niet gestoken wordt door muggen maar ze graag doorslikt. En al die ontmoetingen onderweg maken het fietsen voor Kees zo aantrekkelijk.

 Alle foto’s: ©Kees Rooze