Vandaag had in Amsterdam de 10de Sail van start moeten gaan. Het vijfjaarlijks evenement ontstond uit de viering van het 700-jarig bestaan van Amsterdam in 1975. Kees Rooze herinnert zich nog goed hij die eerste keer de ‘Tall Ships’ Amsterdam zag binnenvaren over het Noordzeekanaal. Vanuit zijn kantoor aan de Haarlemmerweg zag hij op de negende verdieping nog nèt de masten. Nu door het coronavirus het evenement, waar normaal gesproken meer dan 2 miljoen mensen naar komen kijken, niet doorgaat, koestert hij de herinnering.
Mijn vader werkte tijdens die eerste Sail nog bij de Gemeente Amsterdam, afd. ‘Veren’. Dus hij voer als schipper op de pont en de andere IJ-veerboten. Tijdens Sail een extra uidaging tussen de krioelende bootjes de verbinding met de tijdelijke steiger van het Java-eiland te moeten maken. Het was een wonder dat er geen ernstige aanvaringen plaatsvonden.
Apetrots op vader
Toen ik nog op de lagere school zat ben ik menigmaal meegevaren met mijn vader. Bijvoorbeeld op de IJ-veerboten naar Schellingwoude en Nieuwendam. Natuurlijk was ik apetrots dat mijn vader de schipper was. Sommige klasgenoten dachten vanwege zijn uniform dat mijn vader bij de politie werkte en dat liet ik dan maar zo. Ik vond het altijd een belevenis tijdens de spits langs de bedrijven als Shell en Ketje (bijnaam van de chemische fabriek) te varen. Deze herinnering kwam meteen naar boven toen ik mijn archieffoto’s van Sail bekeek en een foto met een IJ-veerboot zag.
Waterhozen op de ‘Pekjas’
Ik houd erg van schepen en van het water. En dus van Sail. Misschien komt het enthousiasme niet alleen voort uit mijn vaders werk. in mijn jeugd deelden mijn vrienden Jan en Peter een klein zeilbootje. Een houten jolletje, volgens mijn vrienden. En ik maakte deel uit van dit grote bezit. Want ook de letters van Kees zaten in de naam van het bootje ‘de Pekjas’ , bijgenaamd ‘De Zeef’. De Zeef heeft ons veel plezier verschaft en heeft ons geleerd hoe je snel water kan hozen. Jammer genoeg hadden wij absoluut niet het benul hoe wij het bootje moesten onderhouden. Want de jol liep altijd vol. Maar dat mocht het plezier niet drukken. We reden keer op keer 16 kilometer heen en 16 kilometer terug naar de Westeinderplassen, waar De Pekjas lag.
Buikschuiver
Mijn broer hebben we ook een keer uitgenodigd om mee te gaan. In zijn nieuwe lichtblauwe jack verscheen hij op zijn ‘buikschuiver’ met dubbele uitlaat. Op de brug bij de Amsterdamse Stadionkade lag echter een gevaarlijke filmlaag olie. De buikschuiver ging onderuit samen met mijn broer en vriend Peter die achterop zat. Ik dacht nog hoe toepasselijk de naam buikschuiver was. Met mijn broer en vriend liep het goed af maar het lichtblauwe jack vormde een groot contrast met de zwarte olie. Het is met dat jack nooit meer goed gekomen.
Sail 2025 extra feestelijk!
Als Sail in die tijd er al was geweest, hadden wij net als vele andere jongeren met onze ‘Pekjas’ tussen de schepen door gelaveerd. En als ik jongeren deze dagen met het mooie weer in hun soms gammele vaartuigjes plezier zie maken, denk ik ook aan onze eigen avonturen terug. Jammer genoeg moeten ze nog 5 jaar wachten tot de volgende Sail in 2025. Net als mijn partner en ik. Bij leven en welzijn bezoeken we de uitgestelde tiende Sail zeker. We hebben namelijk nog geen enkele editie overgeslagen. 2025 wordt dan niet alleen extra feestelijk omdat we 10 jaar hebben moeten wachten maar ook omdat Amsterdam dan precies 750 jaar bestaat.
Kees Rooze schrijft maar fotografeert voornamelijk. Zo publiceerde Meerdanvijftig.nl een aantal inspirerende fotothema’s van zijn hand. Lees ook: Kijk eens omhoog, Kijk eens omlaag, Terug naar kust, Bespiegelingen en ooit wel eens op het ontwerp van straatverlichting gelet?
Alle foto’s: ©Kees Rooze
Recente reacties