Dat fietsen deze zomer zo’n vlucht zal nemen, dat wisten Kees Rooze en zijn vrouw niet toen ze vorig jaar besloten om een meerdaagse lange afstandsroute te fietsen van Vlissingen naar Venlo. Ze konden nog zonder reserveren op een terras gaan zitten en uit eten gaan, kon een jaar geleden spontaan. Maar wie zijn fietsvakantie nu zorgvuldig plant, kan net zo ggenieten als zij een jaar geleden. Gisteren volgden we ze op de eerste helft van fietsroute LF13 van Vlissingen tot Hoogerheide, vandaag bereiken ze Venlo en keren terug via fietsveren over de grote rivieren.
Goddelijk lekker worstenbroodje
Voor een paar euro hebben we genoten van de ontbijtservice in Hoogerheide, mèt verse jus d’orange. Nu fietsen we door het grensgebied met België. We passeren prachtige eikenbomen, waaronder mannen in witte pakken bezig zijn met de bestrijding van de processierups. Op maandagochtend is het altijd lastig om een kop koffie onderweg te vinden. Het lukt ons in Nispen bij café Tivoli, prachtig gelegen tussen de Wouwse Plantage en de Rucphense bossen. Onthoud die naam, Tivoli, want het worstenbroodje dat we er eten is goddelijk lekker. “Een familierecept”, zegt de uitbater glunderend en vermeldt erbij dat hij eigenlijk bakker is, net als zijn vader.
In Hilvarenbeek wachten ons de eerste druppels regen en we besluiten niet te gaan kamperen maar in hotel ‘St. Petrus’ te overnachten. Onder het afdak van het hotel is het goed toeven, want ondanks de regen is de temperatuur aangenaam.
The invisible campingman
Het is een vreemde gewaarwording als we een dag later in Baarlo aankomen en geen beheerder tegen komen. We moeten ons bij de receptie melden door middel van het achterlaten van een lijstje en geld in een envelop. De camping is gedurende ons tweedaags verblijf netjes, dus kennelijk houdt de ‘invisible man (of woman)’ ook onzichtbaar schoon. We bezoeken in Venlo het Limburgs Museum. Het is overduidelijk dat de stad zich vooral op Duitsers richt. Het ligt ook op een steenworp afstand van de grens.
De route is ten einde maar wij zijn nog niet uit gefietst. Na 60 kilometer en veel tegenwind besluiten we dat we het beoogde Gennep vervangen door Nieuw-Bergen, dat ons 10 kilometer scheelt. Voor de sfeer op de camping wordt een waxinelichtje in een stalen houder bij onze kunststof tent geplaatst. Veiligheidshalve op verzoek van mijn vrouw op een halve meter afstand. Sfeervol maar ’s nachts, op weg naar de wc, stoot ik keihard mijn teen tegen de stang.
Wie nu via veren wil, moet kijken of ze wel varen
In Gennep fietsen we langs het stadhuis, waar op het dak al sinds jaar een dag ooievaars een nest hebben. Langs Cuijk rijden we van pontje naar pontje eerst langs de Maas, dan de Waal en tenslotte de Rijn. Wie de rivieren dit jaar op deze manier wil passeren, moet ermee rekening houden dat sommige fietsveren vanwege het coronavirus niet varen.
De veerman op het pontje over de Maas is optimistisch: de 10 kilometer tot de laatste (!) fietsveer bij Druten moeten we toch halen, voordat . Maar dan moet je geen bordje over het hoofd zien zoals wij. Met de tong op de hielen arriveren we 3 minuten te laat. De mannen zijn nog aan boord maar het is te laat voor een oversteek. Dat betekent 12 kilometer om fietsen, die op dat moment als 120 aanvoelen. “Waar moeten jullie naartoe?” vraagt een van de mannen. “Naar Rhenen”, roepen wij in koor. “Ja, dat is het snelste per pont,” antwoordt de man. “En jullie hebben geen elektrische fietsen?” De veermannen kijken elkaar aan en strijken dan met hun hand over het hart. “Zullen we dan nog maar een keer?” We vloeien over van dankbaarheid.
Nog één laatste pontje over de Rijn, voordat we in Rhenen aankomen. Maar dat nemen we pas als we bij een boomgaard kersen hebben gekocht. We eten in het restaurant bij het station, waar we de sprinter naar Breukelen nemen. Na 850 kilometer fietsen en een handvol fietsveren gehaald te hebben, voelt thuis komen heerlijk. En de tent? Die ligt op zolder. Tot de volgende tocht.
Meer lezen over fietsavonturen van Kees Rooze:
Recente reacties