De baby ligt wéér op de verkeerde kant. Er breekt een lichte paniek uit bij de collega en kersverse moeder, waarbij we op kraamvisite zijn. Eerst nog gezellig met zijn drieën een wijntje erbij om het heugelijke feit van de geboorte een paar maanden terug te vieren. Totdat het jongetje niet alleen maar zijn leuke kant wil laten zien en begint te huilen. Met wat inspanning krijgt de jonge moeder hem stil. Maar nu ligt hij dus met zijn hoofd niet goed. “Op het consultatiebureau dreigen ze hem een helmpje op te doen, zodat zijn hoofd mooi rond blijft”, vertelt ze.

Midden in een druk leven, krijgt Stella Ruisch te horen dat ze voor het eerst oma wordt. Hoe gaat een vrouw met een drukke baan, die na bijna 30 jaar opvoeden en verzorgen, net weer geniet van een vrij bestaan daarmee om? Dit is aflevering 22 van een serie blogs over de nieuwe generatie oma’s.

Baby met Duitse pothelm

In mijn hoofd vormt zich het beeld van een pasgeboren baby met een Duitse pothelm op. ‘Zielig’ stempel ik er meteen op. En ik verklaar het consultatiebureau tot opvoedpolitie. Dat helmpje moet dus te allen tijde worden voorkomen!
Ook de baby van mijn dochter blijkt een favoriete houding in zijn wiegje te hebben. Ook al legt ze hem op zijn rug neer, hij draait zich permanent op de rechterkant. Legt ze hem op links, dan draait hij zich op zijn achterhoofd. Als bezorgde oma, meen ik de misvorming van de schedel al te kunnen waarnemen.

Geen helmpje maar wiegedood

“In mijn tijd duwde ik een kruik in jullie rug, wisselend op rechts of links,” spui ik mijn grootmoederlijke wijsheid, terwijl mijn dochter haar baby op de rug nog eens goed instopt. “Mag dat?”, vraag ik haar. “Wij werden dan wel niet bedreigd met een helmpje maar wel met een ander schrikbeeld: wiegedood.” Ze reageert heel luchtig; het consultatiebureau heeft er niets van gezegd en over een helmpje is al helemaal niet gesproken. Toch kijk ik  stiekem af en toe in de wieg of die kleine nog wel ademt.

Welke volwassene heeft als baby verkeerd geslapen?

Verder doe ik er het zwijgen toe, bang om voor een al  te wijsneuzerige en bemoeizuchtige oma door te gaan. Maar in stilte bekijk ik nu wel ieder volwassen gezicht. Niet of ze met een verkeerd been uit bed zijn gestapt maar wel of ze in hun jeugd te lang op één kant hebben gelegen.