Je bent boven de 50 en je komt er alleen voor te staan. Door overlijden van je partner of door een scheiding. Opnieuw sta je in je leven op een kruispunt. Welke afslag neem je? Meerdanvijftig.nl belicht komende weken de nieuwe levensstijl van de groeiende groep oudere ‘singles’. Ria Bisseling (73) koos er bewust voor om alleen verder te gaan.

Ik ben veel te zelfstandig

“Onlangs stierf de vrouw van een vriend van ons, andere kennissen vroegen toen: “Is hij niets voor jou?” Ik antwoordde meteen: “Ik moet er niet aan denken!” Mijn man Jan en ik hebben elkaar leren kennen toen we 17 waren, we waren allebei eigenzinnige mensen en dat botste wel eens. Maar tegelijkertijd pasten we juist daarom zo goed bij elkaar. Na zijn overlijden, ruim twintig jaar geleden, heb ik nooit gedacht: misschien kom ik nog wel iemand tegen. Ik ben daar geen type voor, veel te zelfstandig en behoorlijk assertief; dat straal ik ook uit waardoor het waarschijnlijk nooit op mijn pad is gekomen. Bovendien: als je 53 bent als je je man verliest, komen er mannen van 70 op je af. Niets voor mij.”

Rare leegte duurde 5 jaar

“Na Jans overlijden was ik erg moe. Als ik thuis kwam was er niemand om mee te praten. Die rare leegte die ik voelde, heeft zo’n vijf jaar geduurd. In het begin vroegen kennissen me te eten. Omdat ik zelf niet altijd zin heb uitgebreid te koken, kon ik ze niet terugvragen dus op die uitnodigingen ging ik niet meer in. Toen de kinderen na de begrafenis wilden blijven slapen, heb ik dat ook geweigerd. Ik moest immer alleen verder…”

Mijn werk was mijn redding

Ria: “Vallen, opstaan en weer doorgaan.”

“Omdat ik zo zelfstandig ben, veranderde mijn dagindeling na Jans’ dood nauwelijks. Jan was specialist in het ziekenhuis, een workaholic, hij wist niet eens wat hij verdiende! Ik deed altijd al de financiële administratie, regelde vakanties enzovoorts. Het was mijn redding dat ik meteen weer ben gaan werken. Ook ben ik gewoon doorgegaan met mijn hobby’s zoals yoga. Daar had ik veel aan: ik kwam daar tot rust. Ik doe nog steeds veel met vriendinnen. Met de een wandel ik, met een ander ga ik naar de film of naar concerten of volg ik een cursus. Vrijwel niemand van mijn vriendinnen is weduwe en in mijn kennissenkring ken ik maar één gescheiden vrouw. In het begin viel ik in een diep gat, maar ik heb geleerd om te vallen, op te staan en meteen weer door te gaan.”

Oppassen op kleinkinderen hielp ook

“Wat ook hielp was dat tweeënhalf jaar na Jans overlijden mijn eerste kleinkind geboren werd. Ik heb daar toen twee dagen per week opgepast. In totaal heb ik nu 8 kleinkinderen en op allemaal heb ik langere of kortere tijd opgepast. Wat ik ontzettend jammer vind, is dat Jan geen van zijn kleinkinderen heeft gekend. Hij was beter met kinderen dan ik, maakte vaak grapjes met onze vier meiden en hun vrienden en vriendinnen.”

Verre reizen

“Vlak na Jans overlijden ben ik een paar keer met alle kinderen en aanhang met vakantie geweest, onder andere naar Egypte. De eerste vijf jaar ging ik ook elk jaar alleen naar een appartement in Griekenland. Daarna heb ik met mijn zus en zwager verre reizen naar Zuid-Amerika, Azië en Zuid-Afrika gemaakt. De laatste jaren maak ik samen met mijn broer busreizen door Europa. Dat leek me eerst niets, maar nu geniet ik ervan. Een vereiste voor mij is wel dat we twee eenpersoonskamers boeken. Veel duurder maar ik ben gesteld op mijn privacy. Soms gaan we op die vakanties onze eigen weg: zo ging mijn broer laatst mee om een berg te beklimmen, maar ik heb hoogtevrees dus dan ga ik naar een museum en daarna naar een restaurant.”

Jan en ik zouden ook op elkaar mopperen

“Als ik hoor dat een bevriend echtpaar op elkaar moppert zeg ik altijd: “Zeur niet zo, wees blij dat je elkaar nog hebt.” Idioot natuurlijk, want Jan en ik zouden ongetwijfeld ook op elkaar gemopperd hebben. Soms ben ik wel eens gezond jaloers op vrienden die nog samen op vakantie gaan. Jan zou nooit met de bus zijn gegaan maar we hebben fantastische auto- en vliegvakanties met elkaar gehad.”

Ik ga alleen verder

“Een aantal jaar na Jan, overleed een van onze dochters aan dezelfde ziekte. December vind ik sinds die tijd een rotmaand: je wordt dan steeds geconfronteerd met het feit dat er twee gezinsleden ontbreken. Als ik nu foto’s bekijk van voor Jan stierf, zie ik hoe blij mijn ogen daar staan. Sinds Jans dood is het onbevangene eraf, dat blije in mijn ogen is verdwenen… ik ga alleen verder.”