Nog even je laatste klusje doen, bureau opruimen en met je rolkoffertje richting vliegveld. Binnen 2,5 uur vlieg je naar Porto in Portugal. In een mum van tijd zit je met een glaasje port (dat kan niet anders) aan een (verwarmd) terras aan de Cais da Ribeira en kijk je uit over de rivier Douro. Hard werken maar daarna hard genieten. Dat kan in Portugal.

Heerlijk hotel midden in de stad

We hebben onszelf verwend met een heerlijk hotel met de ‘code’naam A.S. 1829, in het hartje van de stad. De naam blijkt te refereren aan Araújo e Sobrinho, die in 1829 in het prachtige met de typische blauwwitte (azulejos)-tegeltjes versierde pand een kantoorboekhandel begonnen. In de lobby zijn allerlei grafische parafernalia te vinden en op elke verdieping staan prachtige ladenkasten, die geen functie meer hebben. Bij het inchecken krijgen we ons eerste glaasje porto aangeboden. Er zullen er nog vele volgen…

Prachtig uitzicht vanaf duizelingwekkend hoge brug

De volgende dag kuieren we door de stad. De weg leidt onvermijdelijk naar de brug, waarbij iedereen aan de Eiffeltoren denkt. Maar de Ponte Dom Luis I is ontworpen door de Belgische ingenieur Théophile Seyrig, die nauw samenwerkte met Gustave Eiffel totdat ze ruzie kregen over geld. Ik trotseer mijn hoogtevrees om van het uitzicht te genieten vanaf de brug die 170 meter hoog is en de Douro overbrugt. De najaarszon schittert op de golven van de imponerende rivier die niet ver van het stadscentrum in de Atlantische Oceaan uitmondt. Een romantische snaar in mijn ziel wordt geraakt bij de aanblik van de kleurige gevels en daken van Porto. Als je door je wimpers kijkt, zie je niet hoe ernstig vervallen ze vaak zijn.

Fietsen langs de Douro

Ja, zullen we? Misschien is het ook in Porto leuk om te fietsen. Wel even slikken als je het verkeer in buitenlandse steden in ogenschouw neemt. Maar op een tweewieler kun je een aardige afstand afleggen en je beleeft de omgeving intens. “Maar ik ben niet van de bergen, hè”, vraag ik benauwd om de steile straten van Porto.  “Nee, deze route gaat langs de rivier en het strand en is vlak,” vouwt de fietsverhuurder een kaart open. Aan de hand van prachtige foto’s op internet lokt hij ons naar de bestemming Praia do Senhor da Pedra. Een kerkje boven op de rotsen, waar de golven (op de foto’s) dreigend tegen aanklotsen. “O, mooi!” zeggen we in koor. Eigenlijk willen we meteen maar we spreken de volgende dag af.

Fado en vis

‘s Avonds gaan we naar het Casa da Guitarra, want gitaren horen bij Portugal, net zoals de fado. En er is een optreden van een uur. Net mooi voor het diner. Met de ogen dicht zingt de fadozangeres begeleid door twee gitaristen de sterren van de hemel. Maar ik vraag me bij sommige liederen  oneerbiedig af of het niet de Portugese versie is van ‘Bij ons in de Jordaan’.

Goedemorgen in Afurada

De volgende dag staan we nog voor de afgesproken 10.00 uur bij de fietsverhuurder. Want we hebben een aardige tocht voor de boeg. De eigenaar van het aangrenzend ontbijttentje schudt echter zijn hoofd en het telefoonnummer op de gesloten deur geeft geen gehoor. Portugezen hebben ook geen haast, als we uiteindelijk via een andere verhuurder langs de porthuizen aan de andere kant van de Douro fietsen.
De eerste stop is in Afurada, een vissersdorpje. Wij lopen het plaatselijk café binnen voor een kop koffie als ons in het Nederlands goedemorgen wordt gewenst. Blijken de mannen, die al aan de port en het bier zitten voor een groot deel te bestaan uit gastarbeiders die in Scheveningen en Den Helder werken in de scheepsbouw of de visserij! Voor dat laatste zijn we juist gekomen. Nog net op tijd zijn we om de vissersboten te zien binnenkomen. Bij het zien van de vangst snappen we dat de beroepsbevolking is uitgeweken naar Nederland. Een paar emmertjes met zeebaars worden op de kade al snel verdeeld aan familie en buren.

In Porto heb je álle tijd van de wereld

We fietsen langs een klein puntje natuurgebied en een heel lang strand, waardoor we snappen dat het er hier in hartje zomer heel anders uitziet. Maar het weer is nog te mooi voor de Senhor da Pedra, geen indrukwekkende stuivende oceaan maar een paar kalm aanrollende golven omlijsten het schilderachtige kerkje. Op de terugweg nemen we het pontje over de Douro. “De schipper aan de overkant ziet je staan en komt dan vanzelf.” Dat is wel zo, maar daar neemt hij wel de tijd voor. Ons de kans te geven met de ogen dicht naast de fiets op de steiger in het zonnetje te zitten en te liggen. Hoezo dienstregeling? Als je in Porto bent, heb je álle tijd van de wereld.

Buiten het seizoen kun je voor nog geen 100 euro retour vliegen naar Porto. Natuurlijk zijn er bezienswaardigheden, zoals musea, véél kerken waaronder de kathedraal. Nederlandse trots is er ook in de vorm van het uiterst moderne Casa da Música dat Rem Koolhaas ontwierp.  En niet te vergeten de porthuizen, waar je een rondleiding kunt krijgen. Maar Porto moet je vooral bezoeken om te slenteren door de straten (neem het trammetje naar Foz do Douro en wandel terug naar het centrum), te genieten van heerlijk eten (vooral vis) dat niet duur hoeft te zijn en vooral te ontspannen.