Hoveniers zijn bezig in de tuin van de buurman en dat vindt mijn kleinzoon bere-interessant. Dus waggelt de eenjarige aan mijn hand over het paadje door onze ieniemini stadstuin naar het gat in de heg. Het voorjaar kondigt zich aan, zie ik aan de prunus.

Boodschappers van nieuw seizoen

Binnen een week is hij van knop naar roze bloempjes is gegaan. De mussen en de koolmeesjes hebben het ook opgemerkt. Maar ons vast stel tortelduifjes was er het eerst als boodschappers van het nieuwe seizoen.

Stadstuin stuk van onszelf

De tuin is in de 35 jaar dat we hier wonen uitgegroeid tot een stuk van onszelf. Realiseer ik me, terwijl Thijs aan mijn hand trekt. Het zaadje van de liefde voor alles wat groeit en bloeit, is geplant op het balkon van onze Bijlmerflat. Door het in een opwelling gekochte tomatenplantje en een roos-in-een-pot uit het tuincentrum. Toen we gingen verhuizen naar een échte gezinswoning ging de roos met ons mee naar onze stadstuin. Hij heeft zich voortgezet in klimrozen langs een pergola en rozenstruiken in de border.

Beginnend tuinierster

Maar eerst moesten we nog ontdekken dat je héél veel geduld moet hebben als je gras zaait. En dat je ook niet een zakje zaadjes van -mooie blauwe- korenbloemen zomaar moet leegschudden. Dan staat je tuin plotseling vol met korenbloemen. Wel mooi, ik heb genoten, maar het was niet de bedoeling van deze beginnende tuinierster. Oranje leek me voor de afwisseling wel leuk, toen mijn schoonvader met afrikaantjes kwam aanzetten. Alleen bleken het réuzenafrikanen te zijn. Werd mijn tuin plotseling overwegend oranje. En een frambozenstruik is leuk en levert gezond en lekker snoepgoed op. Maar het genoegen hield op, toen overal -ook in het ontluikend- gras de frambozentakken de grond uitsprongen.

Levensvreugde bekocht met onttopping

We zijn niet de enigen in de wijk die door schade en schande hebben geleerd wat de natuur vermag. Zo staan inmiddels in onze buurtuinen levensgrote bomen, waarvan enkele hun levensvreugde hebben moeten bekopen met een onttopping. Waarschijnlijk vanwege klachten van de buren. Net zoals onze goudiep ieder jaar weer wordt teruggesnoeid. De buren vinden de goudgele blaadjes ook mooi, maar zagen vooral jarenlang de schaduwkant.

Sprankje hoop voor goudiep

“Zullen we dit jaar maar een keer overslaan?” zegt tuinman Bram terwijl we samen naar de gedecimeerde kruin van de goudiep kijken. Als een wilg zijn er aan de door rode menie (een soort schimmel, heb ik me laten uitleggen) aangetaste boomknotten nieuwe takken verschenen. In het midden heeft zich een enorme zwam ontwikkeld. Gun zo’n boom zijn laatste blaadjes, besluit ik met Bram samen. Hoewel hij me toch nog een sprankje hoop geeft dat er iets van de gekrompen boomstam altijd zal blijven bestaan.

Dezelfde liefdevolle intonatie als voor kleinzoon

Ik hoop het, en verklaar mijn gehechtheid door ook aan tuinman Bram het verhaal te vertellen hoe ik de goudiep als een prille tak in mijn Fiat Panda heb vervoerd. “Dat zou nu niet meer kunnen, zo groot is hij geworden,” tik ik op de boomstam. En ik zeg het met dezelfde liefdevolle intonatie, waarmee ik het over mijn kleinzoon heb.