Ooit bracht ik een bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In slecht verlichte zalen lagen mummies van divers formaat, kartonnen kaartjes aan de tenen, in ijzeren stellingkasten. In vitrinekasten stonden potten en borden, gevonden bij verschillende opgravingen. De tijd dat je bij een bezoekje aan het museum het beste een stofjas kon aantrekken, is echter voorbij. De ‘nieuwe generatie’ tentoonstellingen zijn verre van stoffig en dat begint al met de naam!

Bewusteloos in Bergen

lachen

Luieren in de tuin bij beeld van Lazy King.

Onder de titel ‘Het Zalig Nietsdoen’ verleidt Museum Kranenburgh in het Noord-Hollandse Bergen ons deze zomer tot onthaasten. Chronisch oververmoeid of lui, wát precies op mij van toepassing is durf ik niet te zeggen. Maar deze tentoonstelling lijkt speciaal voor mij en mijn twee vriendinnen gemaakt!  Op het terras, in de museumtuin, met uitzicht op de geweldige luie ‘Lazy King’(1955) van Alain Séchas, wordt de toon gezet; genieten van vrije tijd is vandaag onze enige taak.

Heerlijk rondgelummeld

In de tentoonstelling zijn een twintigtal werken van hedendaagse kunstenaars te zien; ze helpen ons om het nutteloos nietsdoen tot kunst te verheffen. We bewonderen een filmpje van een eindeloos voortdurende handstand (1992) van Marijke van Warmerdam.  Het échte Niets ervaren we in de installatie Luminal (2016) van Matthijs Munnik: een ruimte zonder hoeken of diepte. lachenDaarna ontmoeten we de beroemde danseresjes van Edgar Degas. Kunstenaar Ryan Gender heeft ze in de ruimte andere houdingen laten aannemen (2009). Ze staren uit het raam en hangen wat tegen de muur, net als wij. De uitnodiging van kunstenaar Navid Nuur om pijltjes te draaien uit glimmende kunstmagazines en ze vervolgens in schietschijven te schieten, laten we ook niet aan ons voorbij gaan; na enig oefenen zijn we er erg goed in geworden!
We hebben heerlijk rondgelummeld, dat zou iedereen eens moeten doen! Het kan nog tot 24 september 2017.

lachen

Pijltjes schieten met pagina’s uit kunstmagazines, bedacht door David Nuur.

Humor in Haarlem

‘Humor, 101 jaar lachen om kunst’, is de naam van de dubbeltentoonstelling die deze zomer te zien is in Haarlem. Ook hier is het de titel die mij verleidt: lachen doe ik zó graag!
Door de eeuwen heen zijn er vaak grapjes uitgehaald in de kunst. Ook werd er veel pret afgebeeld; denk maar eens aan ‘De Boerenbruiloft’ van Pieter Brueghel de Oude. Na de opkomst van de Dadabeweging in 1916, met hun verstorende en ontregelende acties, verliest de Kunst voorgoed zijn serieuze karakter.

Kunst voorgoed overhoop gehaald

Tijdens de nietsontziende Eerste Wereldoorlog bleek de beschaving maar een heel dun laagje vernis te zijn; men ging op zoek naar nieuwe vormen; óók in de kunst. In dit klimaat ontstonden hoogst eigenaardige voorwerpen en filmpjes, zoals de één meter hoge, mechanische figuur van Stijl-kunstenaar Vilmosz Huszár (1923), die op de tentoonstelling te zien is. Deze dansende pop schitterde ooit in Theater Bellevue in Amsterdam. Na dada gaat de geest niet meer terug in de fles: vanaf de jaren vijftig halen stromingen als Pop art, Nulgroep en Flexus de kunstwereld overhoop.

Niet altijd bedoeld om te lachen

Mijn vader zou de musicbox met Johnny  Woodhouse geweldig hebben gevonden.

De grens tussen kunst en alledaagse werkelijkheid vervaagt; werkelijk álles kan kunst worden; humor speelt een grote rol. Terwijl ik voor de letters ‘Please do not  touch’ sta die diagonaal op de vloer zijn geplakt, kijk ik zoekend naar links en rechts. Dan valt het kwartje, dít is het kunstwerk. Ik onderga, met veel plezier, de talloze kunstwerken; luister naar de musicbox met Johnny Woodhouse, wat mijn vader énig zou hebben gevonden, maak een dansje met, de griezelig echte, ‘The Dancing White Man’ 2012, bekijk oude interviews met Wim T. Schippers en bewonder het schilderij ‘Het blauwen van de lucht’ (1976) van Hans Citroen. Veel van deze kunstwerken zijn niet opzettelijk grappig bedoeld. Zoals kunstenares Helena van der Kraan zegt: “Je kunt er wel om lachen, maar dat is omdat je om alles in het leven eigenlijk kunt lachen”. En zo grinnik ik heel wat af; in het leven. Maar zeker tijdens het bezoek aan deze dubbeltentoonstelling.

Nog te zien tot 10 september 2017 in De Hallen én Het Frans Hals Museum in Haarlem. De bijbehorende catalogus is gratis, evenals de kaarten van het kwartetspel die op de twee locaties te verzamelen zijn.